Op een gegeven moment begon ze te mauwen en met haar pootje op mijn hoofd te krabbelen, ik moest mijn hoofd draaien, wat moest ik zien? In mijn sombere gepeins was het niet tot me doorgedrongen dat de rotswand wemelde van gepiep en gefladder. Je reinste Schorre Clif, overal vogels! Nestjes! Eieren! Niet bepaald mijn favoriete kostje, rauwe eieren, maar wel voedzaam. Ik brak er eentje voor Kuuksi doormidden en ze slurpte er gretig van.
Die avond vonden we weer een slaapplek in zo'n holletje in de Rotswand. De zee klotste zacht, het was een vreemd idee te weten dat daar, heel ver over het water, een compleet ander land lag. Gralda. Hoe zou het leven zijn daar? Net zo streng voorgeschreven als op Inhemren? Je kon er vanuit Barra kennelijk zo naartoe. Maar dan had ik jou niet teruggevonden Kuuks! Ze nestelde zich naast me, zat een beetje te wroeten vanwege iets scherps in mijn broekzak, ik voelde met mijn hand wat het was en dacht toen pas weer aan wat ik had opgeraapt, op het pad bij het knekelhuis op Thiarchia.
Het was een munt. Hij glansde in het maanlicht. Op de ene kant het Rotsvadmijn plus de vreemde tekens, op de andere kant mijn beeltenis. Ik barstte in huilen uit. Dit kon maar één ding betekenen: Vulema had het niet gehaald. Ook haar gebeente was daar in die diepe put geëindigd. Wat was ze koninklijk aan me voorbijgereden, in haar schitterend witte kleding. De kleur van zuiverheid, maar ook de afwezigheid van kleur omdat je eigen kleuren niet toegestaan waren.
Kuuksi vlijde zich troostend tegen mijn borst, haar kopje onder mijn kin, en we sliepen.
In de loop van de volgende dag zagen we Klusewar opdoemen. Naarmate we dichterbij kwamen, zagen we een veelheid van glinsterende hutjes op het eiland, een beetje zoals die op Schorre Clif, maar dan niet van veren, eerder van spiegelend glas.
Zo blij dat Kuuksi er weer is om te troosten en aanwijzingen te geven.
Raar misschien, maar het komt over als een soort veiligheid.
ik was ook zo blij dat ze opeens weer opdook 🙂
Ja, ik ook!
🙂