345 – schoonwassen

Het was verschrikkelijk om te zien, die twee bebloede monsters op dat stille strand onder de sterren. Slokken Murmerflu binnenkrijgen was nog heel iets anders dan een paar drupjes. Puciva pakte Kuuksi op, ze stribbelde niet tegen. Samen liepen ze de zee in tot het water tot Puciva's middel reikte. Met de kat in zijn nek liet hij zich voorzichtig zakken, ging zelfs even kopje onder. Toen ze weer het strand op kwamen, zag ik dat het voorbij was. Kuuksi sprong op de grond en ging zich onverschillig zitten wassen. Maar Puciva was geschokt, dat zag ik. Hij keek me aan alsof hij uit een gruwelijke nachtmerrie was ontwaakt.

En ik zei hetzelfde als wat Burman tegen mij had gezegd, destijds in het bos. "Hard zijn, Puciva. Als jij het niet gedaan had, had ik het gedaan." Of dat waar was? In elk geval had íemand het moeten doen. Anders was Puciva gedood, en ik gevangen gezet.

Ik voelde de kop van onze uil tegen mijn elleboog. Hij keek me vragend aan. Ik zei: "Ja, ga de boot maar waarschuwen." Want met deze bebloede, pijnlijke schouders nog eens per grootuil te reizen leek me geen goed idee. Wel keek ik steeds achterom en omhoog. Hoe lang zouden de boosaardige uilen zich nog vermaken met lijkenpikken?

Puciva liet zich zakken op het zand. In verbijstering bekeek hij zijn handen. "We hebben het allemaal in ons," hoorde ik hem zacht zeggen, meer tegen zichzelf dan tegen mij. Het was zo, ik wist het. En iedereen vond altijd zijn eigen strijd gerechtvaardigd. Of was zo verblind en verduisterd door de machthebbers dat rechtvaardigen niet eens meer noodzakelijk was. Het was plicht. Feit. Gewetenloosheid is heel comfortabel.

"Jij bent niet op Rowerda geweest, toch?" vroeg ik aan Puciva, om hem af te leiden.
Hij stond op en klopte het zand van zijn natte pak. "Nee," zei hij. "Als de mannen erheen gaan, blijf ik achter op Thiarchia om het fort te bewaken."

Dit bericht is geplaatst in feuilleton met de tags . Bookmark de permalink.

6 Reacties op 345 – schoonwassen

  1. Elly van Doorn schreef:

    We hebben het allemaal in ons," hoorde ik hem zacht zeggen, meer tegen zichzelf dan tegen mij. Het was zo, ik wist het. En iedereen vond altijd zijn eigen strijd gerechtvaardigd. Of was zo verblind en verduisterd door de machthebbers dat rechtvaardigen niet eens meer noodzakelijk was. Het was plicht. Feit. Gewetenloosheid is heel comfortabel.

    mooi een waarheid als een koe voor mij maar niet leuk om te ontdekken. we willen liever onszelf goed vinden.

  2. Ferrara schreef:

    Gewetenloosheid is heel comfortabel en waarom denk ik bij deze zin nou aan iemand die helemaal niets met dit avontuur te maken heeft, maar buiten zijn eigen comfortzone voor een hoop ellende zorgt. Bij Yma staat me dat niet voor ogen, die moet zien te overleven, dat snap ik wel.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *