Terwijl de voorhang weer ondoorzichtig werd, zag ik in een flits schild en draagzak voorbij schieten toen de uil opsteeg. Puciva keek door de kijker en zei: "Ja! Daar gaat ze!"
Ik dacht bij alle uilen automatisch aan 'hij' maar misschien had Puciva gelijk.
"Wat goed van je Kuuks! Om haar hierheen te lokken."
Kuuksi keek me zelfgenoegzaam aan, keek de hut rond, zag dat er niets te halen viel, en sloop weer naar buiten.
Het werd al donker. Puciva bleef door de kijker kijken maar kon niet met zekerheid zeggen of de uil het bootje had bereikt. Ik voelde me zó kaal en onbeschermd! Ik vertelde aan Puciva het verhaal van de draagzak, van het schild, en besefte eens te meer hoeveel meer geluk ik had gehad dan hij. Ook aan Mia dacht ik, even, met schuldgevoel. En waar zou Bo nu zijn? Sinds we elkaar waren kwijtgeraakt, toen we op weg naar Barra de Heerweg moesten oversteken, had ik hem niet meer gezien. Maar over hem voelde ik me niet schuldig, hij was een volwassen man die zijn eigen keuzes maakte. Een verzetter die niet bang hoefde te zijn, die niet zoals ik, of Puciva, voor vervolging hoefde te vrezen om zaken die het eigen wezen raakten.
De stemmen in de eethut werden luider. Even later werd de voorhang bij ons losgeknoopt, en Murk zei: "Het is zover. Kom mee naar het Murmermeer."
Even dacht ik dat hij stotterde. Het me- me- meer. Toen begreep ik. Zoals Middelgront het Graysameer had, zo had Morck het Murmermeer. Ik wist nog maar al te goed wat Murmerflu teweegbracht in mij. Ik huiverde. Het verklaarde wel waarom de kwade uilen zich rondom het meertje ophielden.
We stapten naar buiten, de duisternis in. Murk ging voor, de andere man en de twee vrouwen liepen achter ons aan. Door het mulle zand, over de duinen die hier minder hoog waren dan aan de zeekant, naar het meer dat bedrieglijk glad in het sterrenlicht lag, omringd door dat oehoeënde struikgewas van grootuilen. Ook de voorste bomen van het bos zaten vol uilen.
Ik zit zo te hopen dat ze gered worden voor de narigheid van het meer, dat ik bijna vergeet dat ik ook wil weten wat die uilentest nou precies is. Je maakt het vreselijk spannend, Hella!
Oh, ik vind het toch zo heerlijk en bijzonder dat lezers zo meeleven!
Ja Hallo, daar zorg je toch echt zelf voor. Je weet ons telkens weer te verrassen. Ik heb daar alle bewondering voor, maar dat wist je al.
En de laatste zin van dit hoofdstuk houdt ook weer een vraag in zich. Want waarom noem je dat nog eens apart, is vast niet voor niets.
Blij mee!