334 – weg van Voocklama

En opeens wist ik wat Kuuksi bedoelde. Dronken, lachende uilen … Het was onze enige kans. Ik deed de zaadjes in mijn spiegelpotje zodat ze meer voor het grijpen waren, deed ook de Hemrond in mijn broekzak en pakte de buidel weer in, Graysaflu bovenop. Laarzen aan, mantels om, schild vastmaken … "Kom," fluisterde ik tegen Puciva. Ik hield de Hemrond omhoog en - Hemrenzijdank - de tussenmuur was maar dun, Kuuksi glipte voor ons uit de volgende kamer in, wij er achteraan, naar de volgende kamer, en de volgende, tot we het einde van de vleugel bereikt hadden. We gluurden om de hoek van de deur de gang in, er was nog niemand te zien en er was wel een smalle trap naar beneden.

Ik liet twee druppen Graysaflu op mijn tong vallen en zei Puciva hetzelfde te doen. Het was te weinig om helemaal onzichtbaar te worden, maar we werden grijzig en onopvallend, het moest genoeg zijn. Achter de huisjes langs slopen we naar het noordelijke strand. Verbeeldde ik het me, of kon je Morck al zien liggen van hier?

Ik verbeeldde me zelfs dat ik die donkere wemeling kon zien, en een zwaar en diep ge-oehoe kon horen. Kuuksi klauwde aan mijn broekzak tot ik het potje met de zaadjes had gepakt. Toen klom ze bij me omhoog en kroop in de draagzak. Ik streek een stukje zand glad en strooide daar een paar straalzaadjes op uit.

Puciva stond schuin achter me, hij tikte me op mijn rug, ik draaide me om en tegelijk hoorde ik al wat hij bedoelde, een angstwekkend bewegen en kwaken dat het strand naderde, glibberiggroene poten die door het water maaiden en vervolgens het strand op kropen. Kuuksi blies en gromde maar ze was veel te klein om de grootvorsen angst aan te jagen. Ik schudde nog wat straalzaadjes op mijn hand en wierp ze tussen de krioelende lijven. Maar de grootvorsen wilden vlees, geen straalzaad. Als één groot organisme woelden ze naar ons toe. Springen, zoals gewone kikkers of padden, konden ze blijkbaar niet. Puciva ging voor me staan, zijn armen wijd gespreid, alsof hij me zo redden kon van dat zompige sluipbeest dat steeds dichterbij kwam.

Dit bericht is geplaatst in feuilleton met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *