Het was alsof Qanma al die uitroepen gehoord had. Ze kwam binnen en vroeg meteen: "Heb je de andere geheime letter gevonden? De X?"
Ze sprak het uit als 'ksie.'
Ik knikte. "Waarom is die dan verboden?"
Ze schonk thee in voor ons allebei en kwam op een laag krukje naast mijn bed zitten.
"Is het niet wonderlijk hoe je als jong meisje al wist dat je kat Quxi heette?"
Ik had altijd gedacht dat ik haar zo noemde omdat ze bijna in de waterput was gekukeld, daar op het grote plein in Dunkitaba.
"Quxi betekent: de vrouw op het kruispunt. De letter X staat voor het kruispunt. Het punt waarop je zelf de richting kiest die je wilt gaan. Iets wat volgens de regels van Inhemren natuurlijk niet kan."
Ik dacht na, mijn gedachten nog steeds in Dunkitaba. Een stadje zonder kruispunten. Waar niets te kiezen viel. Wat aan een kant een gevoel van veiligheid gaf, maar aan de andere kant dodelijk was voor iemand die zich om wat voor reden dan ook aan die regels wilde onttrekken. Zoals mijn lieve broer.
En ik zei tegen Qanma: "Ik wist zovéél destijds. Maar zonder het te beseffen. Alles wat ik weergaf op de paneeltjes van mijn schild is uitgekomen. Kijk maar, jij staat er ook op." Ik toonde haar het paneeltje van Qlusewar.
Ze keek me aan, vol verwondering en bewondering.
"Wil je het hebben?" vroeg ik.
"Zullen we ruilen?" vroeg zij.
Ze had zo'n spiegelhanger voor me gemaakt. Er was een gezichtje op aangebracht en aan de achterkant zat een oogje waaraan ik hem – haar – kon ophangen. Ik maakte het paneeltje van Qlusewar los en gebruikte het mooie gevlochten touwtje om het spiegeltje om mijn nek te hangen. Qanma bekeek het paneeltje aandachtig.
"Zie je die kat? Zie je de vorm daarachter? Dat is toch een Q?"
Ze had gelijk. Op de een of andere manier had ik ook dat voorzien.