Dunkitaba* was geheel ommuurd. Alleen aan de noordzijde – de achterkant, zeiden wij – was geen doorlopende muur. Daar waren de hekken, de toegangspoorten tot iedere straat, die 's avonds op slot gingen. Ze boden toegang tot de werkplaatsen die binnen de muren voor te veel lawaai of te veel rommel zouden zorgen.
Wie het dorp verlaten wilde, werd altijd gezien. Wie naar de markt wilde, liep langs de Omstraat via de zuidwal (zo kwam je langs het Palast, het grote gebouw dat tegelijk de hoofdpoort van de stad vormde. Daar vond de Verering plaats, en ook de rechtspraak), of, zoals ik, langs de hekken.
Omdat ons huis vlakbij een hek was (wij woonden aan het eind van de Vierde Westerstraat, met Va's werkplaats tegen de westelijke omwal), liep ik altijd via de Westelijke Middenstraat, langs de Tuinen, naar de markt om water te halen. Dat was mijn taak, 's morgens vroeg. Het zijn de mooiste uurtjes in de woestijn, 's ochtends vlak voor zonsopkomst en de namiddag vlak na zonsondergang. Dat koele, parelige licht, dat gevoel van rust en vrede, van dat alles in orde is met de wereld, ik kan er na zoveel jaar nog altijd een knijpend heimwee naar voelen. De zon kan een brute vijand zijn, maar ook een tere minnaar.
In het land waar ik nu woon, is de zon een geschenk. De zonsondergangen zijn woeste schilderijen. We hebben seizoenen en ik haat de winterkou. Ik haat de warme laarzen en de wollen doeken waarin ik me moet hullen. De stijfheid in mijn botten en spieren. Het warme zand dat ik als een mantel om me heensloeg, dat een-voelen met de aarde, dat wordt je ontnomen als je je geboortegrond verlaat. Maar teruggaan is geen optie. Ik kan mezelf alleen terug schrijven, en dat is op zich een wonder. En reden genoeg om het te doen.
Wat was ik blij met je laatste alinea! Eigenlijk zou dat de allereerste moeten zijn, (in mijn ogen dan, hè?) want dan sleur je de lezer zo het verhaal in. Met een mooie eerste zin! (Uitgevers zijn gek op een mooie eerste zin) Nu heb ik het gevoel dat je die eerste afleveringen vooral voor jezelf schrijft, je wilt teveel duidelijk maken. Laat meer aan de lezer over. Als deze laatste alinea de eerste wordt, kun je af en toe stukjes uit de voorgaande episodes door je verhaal weven. Het is net als zwemmen: plons erin en zwem en roep: ‘Ik ben er door!’ Niet meer talmen!
Ja, jezelf het verhaal in schrijven noem ik dat. Het kan best zijn dat ik uiteindelijk heel wat van de eerste hoofdstukken eruit gooi, dit is een eerste versie hè. Maar in fantasy moet je ook wel de wereld goed neerzetten denk ik, dat lezers de regels ervan goed kennen.
En dat laatste gaat goed. Ij hoop alleen de vele namen e d te onthouden. Maar dat is mijn eigen m'makke'.
Nee, dat is wel een puntje voor mij ook.
Heb het nog even in me om laten gaan ... maar als eerste alinea zou het een totaal verkeerde verwachting wekken/sfeer neerzetten. "Oude vrouw kijkt terug op haar leven."
Terwijl het hele verhaal draait om de Rots, de geheime letters en nog iets wat later aan de orde komt. Daarom is het wel van belang om dat duidelijk uit te leggen.
En in gewone boekbladzijden zijn dit er pas 7, dus zo heel lang duurt het niet. (van het andere boek-dat-niet-af-is heb ik de eerste 6 hoofdstukken weggegooid)
Je vult voor me in, ik denk aan een vrouw die een gegronde reden heeft gehad om in de bloei van haar leven te vluchten en alles achter te laten wat haar lief is. Gelukkig heeft ze schrijven geleerd en dan zou je over het R O T S V A D M I J N kunnen vertellen.
Maar voor mezelf weet ik nu wat me te doen staat en wat mijn fout was. Dus dank voor het meelezen/genieten/leren.
Succes!
Dankjewel! En het kan best zijn dat ik bij de revisie tot een heel andere volgorde kom. Eerst de gebeurtenissen maar chronologisch op 'papier'.