148 – huwelijkskandidaten

Onze dochters begonnen zo langzamerhand wel de leeftijd te krijgen om aan trouwen te denken. Toen Nuzafam me destijds vertelde dat ze een zoon had van Mia's leeftijd, had ik gedacht: wie weet een huwelijkskandidaat? En nu dacht ik soms: zou Burman geschikt zijn voor Mia? Beetje jong nog, misschien ook niet krachtig genoeg, maar wel een lieve en aantrekkelijke jongen. Als hij zich veilig voelde, had hij dezelfde humor als zijn moeder.

We lieten de meisjes vaak zonder ons naar de markt gaan, Letifam en ik. Dan konden ze af en toe andere jongens zien. De ongetrouwde weefjongens waren altijd te herkennen aan hun sjerp. Ik dacht er vaak aan hoe anders mijn leven verlopen zou zijn als ik gewoon met Liduva had mogen trouwen. Ik zag hem na al die jaren nog steeds duidelijk voor me, zijn lange, magere gestalte, zijn krulhaar, zijn ogen die ook wel van parelmoer leken – of sloeg ik nu op mijn oude dag aan het romantiseren … In elk geval wist ik nog hoe het voelde, en wist ik ook dat ik dat aan Mia gunde, een huwelijk met een man van wie ze kon houden. En dan niet Bo, natuurlijk.

"Heeft Otta al iemand op het oog?" vroeg ik aan Letifam. We zaten voor onze borg, de handen druk en de gedachten ook. Het had geregend die nacht, soms viel er een koude drup vanaf het rieten afdak in mijn nek. Het weer in Barraspira was eigenlijk altijd fijn, nooit te koud of te heet, en regen viel vaak 's nachts. Heel soms was er een storm die vanaf de Naamloze Zee over de Middelzee naar Barraspira woei. Dan bleven de schepen in de haven.
"Ik geloof van wel, een jongen uit de zuidweef, hij is wever, vloerkleden enzo."
Nu ze het zei kon ik me die jongen wel voor de geest halen, hij stond soms op de markt met zijn kleden. "Dat zou mooi bij Otta's rietmatten passen," zei ik.

"Vooropgesteld dat iemand Otta wil hebben," zei Letifam plotseling somber en zacht.
Ik begreep meteen waar ze op doelde. "Maar dat hoeft hij toch niet te weten?"
"Dat weet iedereen," zei Letifam. "Jij toch ook?"
Ik knikte, met een gevoel van schaamte. Ik was er nooit over begonnen, het leek me te pijnlijk.
"Als ze willen trouwen, moeten ze samen met hun Weefheer naar Storeman, voor goedkeuring. Reken maar dat alles dan boven water komt. En Otta weet het zelf niet eens. Goh, wat een lastige plank is dit met al die knoesten!" Het kwam zo onverwacht dat ik het pas begreep toen Morfam al onder ons afdak stond.
"Kan ik jou even alleen spreken?" vroeg ze aan mij.

Dit bericht is geplaatst in feuilleton met de tags . Bookmark de permalink.

5 Reacties op 148 – huwelijkskandidaten

  1. Elly van Doorn schreef:

    O O en dan denk ik, heb ik iets gemist. Wat is er met Otta? Op zork in de namen lijst. Maar ik denk dat er weer heel veel is wat eraan gaat komen. Het blijft zo spannend en idd ik kan niet wachten meer meer meer.

  2. Ferarra schreef:

    Ja, dat dacht ik ook wat is me ontgaan? Maar mooie cliffhanger.
    Gelukkig schrijf je dagelijks.

  3. Hella schreef:

    Dat Otta er een van een tweeling is en dat haar vader gedood is toen hij het andere kind het land uit probeerde te smokkelen.
    https://heldenreis.nl/2021/09/131-overal-ogen

  4. Ferrara schreef:

    Dank voor het opfrissen, was echt weggezakt in mijn geheugen.

    • Hella schreef:

      ik heb het ook maar 1x genoemd, is wel een goed idee om het tussendoor nog eens ergens te herhalen, ik voeg het er met terugwerkende kracht even aan toe

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *