Dit is mijn nieuwste boek. Deze maand begint de leesclub weer, en we hadden voor de vakantie afgesproken dat iedereen 3 titels zou aandragen voor het nieuwe seizoen, met een kleine aanbeveling erbij. Zelf heb ik het volgende lijstje ingediend:
Tim Parks – Waarom ik lees – where I'm reading from
Een boek met essays over de verschillende facetten van lezen, veel onderwerpen voor discussie.
Hier staat een mooie bespreking.
Michel Faber - Het boek van wonderlijke nieuwe dingen – the book of strange new things
Ik hoor van verschillende kanten dat dit een prachtig boek is. In Vrij Nederland stond een mooi interview met de schrijver hierover.
Marcel Proust – De kant van Swann – Du coté de chez Swann – deel 1 van De Verloren Tijd
Met een clubje boekbloggers hadden we ons voorgenomen om nu eindelijk Proust te gaan lezen. Helaas zijn er een paar afgehaakt. Dit is zo'n boek waar je op eigen houtje zo moeilijk aan begint, ik zou het leuk vinden om het met de leesclub te proberen.
Het boek van Kumpfmüller stond op het lijstje van een andere deelnemer, en toen ik deze bespreking las dacht ik meteen: dat wil ik sowieso lezen. Een roman over de laatste dagen van Kafka, "een tragische, mooie liefdesroman over de laatste liefde van Kafka." Bovendien wil ik proberen om me iets minder te beperken tot Engels- en Nederlandstalige boeken.
Nu maar hopen dat het goed vertaald is. Want de vertaling van Hesse valt me niet mee.
Dank voor de tip over de laatste liefde van Kafka. Interessant dat je het boek in je bericht combineert met "Waarom ik lees" van Tim Parks en met de nieuwe vertaling van deel 1 van het grote werk van Marcel Proust. Tim Parks - zeggend dat je (ook) boeken die je wel bevallen, boeken die goed zijn niet hoeft uit te lezen - wijst erop dat onder meer Kafka meende, dat een schrijver voorbij een zeker punt kan beslissen zijn roman te beëindigen. Zowel zijn "Het slot" als "Amerika" hebben geen einde, 'terwijl Het proces wordt afgesloten met de onfatsoenlijke haast van iemand die het welletjes vindt'. Ook noemt hij in dit verband (naast "De toverberg" van Thomas Mann) "À la recherche du temps perdu" van Proust. Bij het wegleggen van een boek, dus bij niet verder lezen erken je dat 'de vorm, de esthetische kwaliteit, in het weefsel van de plot ligt ingebed, bij de beste romans in de manier waarop de schrijfstijl door dat weefsel gevlochten is', aldus nog steeds Parks. Zo'n observatie geeft stof tot nadenken en maakt mede dat er zoiets bestaat als jouw 'de heerlijkheid van het lezen'. Terzijde, maart belangrijk, want de aanleiding voor mijn reactie: De recherche lezen en bespreken in een leesgroep is een goed idee al is koudwatervrees voor Proust niet nodig. Juist bij Proust maakt het niet uit waar je in zijn boek begint met lezen. Wel vergt het volledige aandacht en overgave. Nog een tip - je hebt zoveel boeken weggedaan - in het boek "Paintings in Proust" van Eric Karpeles kun je alle schilderijen die Proust vermeld volgen. Dat veraangenaamt het lezen van Proust.
Tot slot, een geheel andere liefde van Kafka doet mij denken aan het gedicht "Angst" van Vasalis. Ik citeer uit wat ik in 2011 schreef in een beschouwing over de briefwisseling van tussen M. Vasalis en Geert van Oorschot, over wat Vasalis overweegt over de verandering die zij - net als Orwell - heeft doorgemaakt. Zij legt uit niet meer de drang te hebben in de vorm van een gedicht te formuleren wat haar persoonlijk, emotioneel overkomt. Dat maakt, dat nu het moment is te refereren aan haar gedicht "Angst", een gedicht uit haar jeugd, uit haar eerste bundel. Het gedicht Angst heeft een fraai slot, dat doet denken aan het wachten van Kafka, aan wat hij aan zijn Milena, aan Milena Jesenská, een vrijgevochten Tsjechische journaliste en schrijfster, met wie Kafka één van zijn vele affaires heeft gehad: 'Es ist ein wenig trüb in Prag, es ist noch kein Brief gekommen, das Herz ist ein wenig schwer, es ist zwar ganz unmöglich, daß ein Brief schon hier sein könnte, aber erkläre das den Herzen.' Kwellender is wat Vasalis dicht, voor niets zo bang als voor het nuchtere gezicht van haar mevrouw: 'wanneer zij ’s morgens in de kamer treedt / samen met het ontluisterend licht en dat ik weet / wat ze zal zeggen: nog geen brief, juffrouw.'
Ik verheug mij erop alsnog over de mij tot dusver onbekende liefde van Kafka te gaan lezen.
Wat een mooie reactie, dankje!