Ronde hutjes waren het, halve ronde bollen, bedekt met veren, omringd door een krans van klimopachtige planten, en voorzien van een ingang met een voorhang. Bovenop de middelste hut, die ook iets groter was dan de andere, was een uitsteeksel. Kon de man hiermee het eiland in de gaten houden?
We volgden hem gedwee naar binnen. Hij stak een lamp aan, zei: "Ga zitten."
We deden onze bagage af en gingen zitten, naast elkaar op een houten bankje, als stoute schoolkinderen. Kuuksi sloop achter mijn benen.
De man deed zijn verenmuts af. Zijn hoofd was helemaal kaal, zijn gezicht glad en bleek, zijn ogen ineens niet meer zo fel. Ik moest me bedwingen om niet het paneeltje van Morck los te knopen, ik wist zeker dat ik zo'n gelaat had afgebeeld.
"Ik ben Murk," deelde hij mee. "Nee, ik wil jullie naam nog niet weten. Vanavond is de uilentest. Tot die tijd blijven jullie hier. En dat beest moet weg." Hij deed een greep naar Kuuksi maar die was hem te snel af, ze schoot naar buiten. Als ze maar uit de klauwen van de uilen wist te blijven!
Toen Murk zich even van ons afkeerde om in een vreemde buis te kijken – dat was dus dat ding dat boven het dak uitstak – haalde ik snel de hanger tevoorschijn.
Murk had geen spiegelbeeld. Of wacht, toch wel. Nee, niet. Hij leek wel een kaarsvlam waar iemand steeds zijn hand voor hield. Hij keek op en ik draaide de hanger snel met de spiegelkant naar binnen. "Jullie blijven hier," herhaalde hij. "In die kan zit water, en achter dat kleed is het gemak." Met die woorden verliet hij de hut en knoopte de voorhang dicht.
Geen eten, geen gastvrijheid op Morck. Zou de reis hier dan leegbloeden? Nu ik al zo dichtbij was? In de hut was het warm, bedompt, schemerig. Buiten klonk het oehoeën van de uilen als één groot, gevaarlijk organisme. Maar er waren ook goede uilen. Murk noemde het "geluk" dat we door hen waren uitgekozen maar misschien mocht ik het als een goed teken beschouwen.
Bij het uitsteeksel op het dak van de middelste hut moest ik meteen aan de periscoop van een onderzeeer denken. Ik ben benieuwd wat je met de uilentest in petto hebt. Ik vrees niet veel goeds.
Ja, klopt! Wel even opgezocht wanneer de periscoop ongeveer werd uitgevonden, en het schijnt dat Gutenberg (van de boekdrukkunst) er al eentje had uitgevonden.
Die wereld die je hebt bedacht is niet heel gezellig en ik vond die grootvorsen gewoon gruwelijk eng!! Komt het ooit nog goed, en is er een veilige plek te vinden?
En ik hoop dat er niks gebeurt met Kuuksi, dat zou te erg zijn. Ik denk dat het wel goed komt met die uilen, al lijkt die Murk er wel een die vals speelt bij dit soort zaken.
Groetjes,
Ik weet nog niet of het goed afloopt, ik hoop het wel!