316 – de andere letter

"Hoe kan het dat jij deze dingen weet?" vroeg ik aan Qanma.
"Wie zich op Qlusewar terugtrekt, Qluizin wordt of Qluizer, doet dat meestal na het een en ander te hebben meegemaakt. En overleefd. En de strijdlust verloren. Samen te zijn met anderen die de waarheid weten is dan genoeg."
"Kan ik Qluizin worden?"
"Nee," zei Qanma stellig. "Jij moet de waarheid nog ontdekken. En jij bent een Yima, vergeet dat niet."

We hadden het hele eiland rondgelopen en stonden nu weer bij de poort waardoor ik was binnengekomen. Kuuksi scherpte haar nageltjes aan een van de dikke stammen waaruit hij was opgebouwd. In de verte zag ik het volgende eiland liggen. Voocklama. Zou ik ze allemaal moeten bezoeken?
Qanma zag me kijken en zei: "Voocklama. Folker betekent de Sterke onder het Krijgsvolk. Je ziet wat de bedoeling van de Grote Hemren was, met zijn zes wijze mannen. Hij had kerels nodig die zijn macht konden bestendigen en verdedigen. Dus laat je niet betoveren daar."

We liepen naar de eettafels voor het middagmaal. Na het eten merkte ik hoe moe ik nog was.
"Doe maar een slaapje," zei Qanma. "Ik ben buiten aan het werk als je me nodig hebt."
Ik kroop in mijn bedje in de qluis en droomde. Droomde van school, van de dogman, van het Rotsvadmijn en hoe ik elke keer als ik de Q ervoor zette een klap kreeg van iemand die op Tikman leek, die rotjongen die met Mia had willen trouwen. En ik vergat nog iets maar steeds als ik het aan de dogman wilde vragen vergat ik wát ik wilde vragen, iets over het Qro … Rotsvadmijn …

Ik werd wakker met mijn hand om Vulema's munt geklemd. Met slaapogen bekeek ik de achterkant en opeens schrok ik helemaal wakker. Recht overeind zat ik. Dat andere teken! Dat kruisje! De tekens op mijn potjes! En het katje dat haar kopje tegen mijn hand duwde: Quxi!

Dit bericht is geplaatst in feuilleton met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *