Ik ontdeed me van schild, draagzak, mantel. Nu voelde ik pas hoe moe ik was, hoe geschokt ook. En dankbaar dat Clarma me had gewaarschuwd. We dronken thee. Ik vertelde haar wat er was gebeurd. "Hoe wist je dat ik Wasijma niet kon vertrouwen?" vroeg ik.
"Ik zag hoe ze om zich heen keek, alsof ze iemand zocht. Hoe ze de lucht afspeurde. Haar gedachten waren niet bij de Goede Vader. Waar kende je haar van?"
Weer dat dilemma: wat vertel ik, wat laat ik weg, waarom zou ik Clarma wél vertrouwen? Ze leek het aan me te zien, ze glimlachte. Ze schoof haar linkermouw omhoog en toonde me de driehoek.
Het verbaasde me, ik zei: "Ik dacht dat dat niet nodig was in MancuKondalu?"
"Nee," zei ze, "maar langs de Heerweg wel! Jij bent toch ook gewaarschuwd?"
Ik knikte. "Waarom is het zo gevaarlijk om naar Signada te gaan?"
Clarma stelde een wedervraag. "Waarom ben jij onderweg naar de Rots? Je bent toch ook een Verzetter?"
Ik vertelde het kort. Dat ik de Rots met eigen ogen wilde aanschouwen, dat ik wilde weten of ons de waarheid werd verteld of dat het maar een verhaal was, verzonnen om ons onder de duim te houden. Ons vrouwen? Ons inwoners van Inhemren?
"En je grootvader? Leeft hij nog?"
"Dat weet ik niet. Hij moet wel tachtig maanjaren oud zijn. Hij is destijds met zijn tweede dochter ontvlucht."
"Jouw tante dus. Hoe heet zij?"
"Wizma," zei ik, met even een sterk heimwee naar mijn moeder. Ik was verschrikkelijk moe, er rolden zomaar tranen uit mijn ogen.
"Eerst slapen," besliste Clarma. Ze trok een bedrol onder de bank uit, legde mijn spullen op de grond en maakte een bedje voor me op, met een zacht kussen en een donzen deken.
Ik viel niet meteen in slaap, ik hoorde haar scharrelen, ze ging zelfs even de deur uit en kwam even later terug met een emmer waarin het water klotste. Vertrouwde huishoudgeluiden die me een veilig gevoel gaven. Ik hoorde Kuuksi spinnen maar waar ze zat wist ik niet. De slaap overmande me, overvrouwde me. Het was lang geleden dat ik me zo aan de slaap had durven overgeven.
Ja fijn. Toch even bojkomen.
In elk geval even de tijd om bij te tanken. Ach en een spinnende Kuuksi geeft vertrouwen.
Nou vooruit, heel eventjes dan 😉