We raakten aan de praat, Verfmeisje en ik. Zij had ook geen idee hoe ik Mia zou kunnen bevrijden.
"Het probleem is," zei ze, "dat de Blauwen zichzelf als uitverkorenen zien. Als beschermers en dienaressen van Hemren. Ik denk dat ze nu al volkomen bekeerd is."
Maar de Mia die ik gezien had, was bang. Geen dienares uit overtuiging maar een dienares uit angst.
Ik zat daar in mijn hemd tegen een gladde steen aan, de zon scheen, ik voelde in mijn broekzak naar het flesje platenbloed, en mijn vingers kwamen iets anders tegen: een gevlochten koordje, een munt. In de zon prikten de littekens op mijn borst, het kruisje en het rondje … Mia moest hem in mijn zak gestopt hebben toen ze me rondleidde. Ik deed hem weer om mijn hals. Was dit het teken dat Mia daar wilde blijven? Moest blijven? Dat ze geen uitweg zag?
Aan het einde van de middag was mijn tuniek droog. Ik gaf Verfmeisje wat geld, ze vroeg of ik mee wilde eten maar ik wilde verder. Ik wilde Bo vinden, ik wilde weten wat er met hem en Mia was gebeurd. Maar ze zei verstandig: "Ga vannacht. Nu is het veel te riskant." In mijn linkerzak zaten de laatste rafelige resten van mijn muntjesdoek, ik knoopte hem om en voelde me eindelijk weer Yima. Ik zag de Heerweg liggen, het was er druk, er stonden ook verschillende gebouwen die ik afgelopen nacht helemaal niet had opgemerkt. Verfmeisje had gelijk.
Ze aten gezamenlijk, de Tweede Meisjes van Harstamar. Ik moest nogmaals mijn verhaal doen en opeens vroeg een oudere vrouw: "Doe je hoofddoek eens af?"
Een beetje gegeneerd toonde ik mijn rare witte piekhaar. Ze zei: "Ik heb jouw zoon gezien. Hij heeft precies zulk haar als jij. Hij wilde naar het Lege Kwartier."
"Zonder zijn zus?" vroeg ik.
Weer zo'n n klif hanger. Zo heet dat toch? Ik wacht vol spanning op het vervolg. Wat weet je alles toch knap in kaar te zetten.
dankjewel Elly!
Hoi Hella, ik zie net dat jij iedere maand een nieuwsbrief publiceert. Zou ik mij daarop kunnen abonneren? Alvast bedankt en hartelijke groeten uit het Utrechtse, Erik