186 – Geruman

We moesten verder.
Vragend keek ik Gladefam aan. Wilde ze met ons mee? Wilde ze bij haar broer blijven? Het zou hun beider dood betekenen, maar ook dat kon een keuze zijn. Zij had niet, zoals ik destijds met Rodva, een kind om haar bij het leven te houden.
Geruman kreunde, hij tilde een hand op, maakte een gebaar van "ga maar."

We stonden om hem heen, nog besluiteloos. Toen begon Burman de geboden op te zeggen. "Een Vader zorgt voor veilige huizen. Een Vader zorgt dat zijn kinderen alleen de rechte weg kunnen volgen. Een Vader onderricht zijn kinderen in de wetten. Een Vader straft de wettelozen. Een Vader sluit of opent de deuren. Een Vader ontwikkelt de talenten van zijn kinderen. Een Vader moet altijd zonder blaam zijn en is altijd zonder blaam. Een Vader staat boven de wet want hij is de wet."
Dat van het Ronde Pad liet hij weg, we waren immers juist op zoek naar de Schaduw ervan, we moesten er nu al vlakbij zijn.
Een vader zorgt voor veilige huizen. Als alleen dat maar waar was!

Kuuksi likte Gerumans handen. Het leek of hij er rustig van werd, of hij zich kon overgeven. Gladefam knielde bij hem neer. Ze streelde zijn vuile haar, zijn magere wangen.
"Ik ga haar zoeken," hoorde ik haar fluisteren. Nog een Tweede Meisje dat kwijt was?

Opeens een immense, donkere schaduw boven ons. Een grootuil. Vriend of vijand? Hij bleef rondcirkelen, geluidloos. Kuuksi gromde en blies en rondde haar rug en schoot toen weg in de richting van de beek. Ik ging haar achterna, ze floepte via een paar dikke keien zo het water over, ik volgde wat voorzichtiger. Aan de overkant stonden dichte, donkere pijnbomen, de uil zou ons nog steeds kunnen zien maar hij zou niet makkelijk op ons neer kunnen dalen.
"Kom!" riep ik naar Burman, ik zag zijn rode tuniek vaag door de bomen schemeren.
Een schreeuw.

Dit bericht is geplaatst in feuilleton met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *