Ik kwam overeind en schuifelde achter de vrouw aan de oneindige gang in. In het midden was een manshoge muur. "Links de vrouwen, rechts de mannen," zei de vrouw. Langs het looppad lagen vrouwen te slapen op strozakken dunne stromatrasjes. Halverwege was er een vrij. "Je boft," zei de vrouw. Toen ik ging liggen, heel voorzichtig, op mijn zij, rook ik de dood. Op dat moment wilde ik niets liever dan dood zijn.
Toen ik wakker werd was het lichter. Ik onderscheidde een paar spleten in het gewelf, die zicht gaven op een streep overschaduwde lucht. Ik was onder de schaduw. Even vloog ik terug naar Dunkitaba, naar dat moment in de woestijn. Uit de schaduw – in de schaduw. Om mij heen werden vrouwen wakker. Ze stonden op en rolden hun matrasjes op. Mijn buurvrouw raakte me voorzichtig aan met haar voet. Toen ze zag dat ik wakker was, zei ze: "Opstaan, gauw. Anders krijg je geen eten." Ze hielp me overeind en rolde mijn bed voor me op.
Aan de andere kant van de tussenmuur hoorde ik de mannen wakker worden. Meer gekreun en gesteun en gevloek dan bij ons.
De deur waardoor ik was binnengekomen ging open. Een vrouw rolde een klein houten vat naar binnen. Op haar rug had ze een zak. Ze stopte bijna tegenover mij en ik schrok. Ze leek sprekend op Morfam. Grijnzend zei ze: "Sommige Tweede Meisjes krijgen een erebaantje." Ze zette het vat rechtop en haalde het deksel eraf. Water. Ik deed een stap naar voren, ik had zo'n dorst! Ze duwde me weg. "Wacht op je beurt."
De vrouwen murmelden intussen: "Grote Hemren, dank voor onze rijkdom. Grote Hemren, sluit ons de ogen voor het Ronde Pad." De Rondweg, waarvan de schaduw boven onze gevangenis zweefde.
Een voor een gingen de gevangenen naar haar toe. Ze hadden allemaal een mok waarmee ze water opschepten, en ieder kreeg een homp brood. Ik was als laatste aan de beurt. Ik kreeg mijn eigen kop. Ik wilde zuinig doen, wie weet hoe lang we ermee moesten doen, maar ik dronk hem gulzig helemaal leeg, ondanks dat het onhandig ging met mijn linkerhand.
Jeetje Hella, waar haal je het vandaan. Zo knap! Een hele nieuwe boeiende (enge) fase.
Klein dingetje. Strozakken, die voor mijn gevoel voor ongemak staan, worden verderop matrasjes. Ik vind het niet zo voegen.
Goed punt. Ik denk dat strozakken eigenlijk niet het goede woord is, die zijn te dik om op te rollen. Ik ga er stromatrasjes van maken. Ik vond hier een mooie afbeelding van strozakken. https://www.ad.nl/amersfoort/soldaten-slapend-op-strozakken~a6bb4e11/127293071/