136 – het Dzikomeer

Het meer was onze verste bestemming. Pas op de terugweg zouden we de andere producten meenemen. Ik rook en hoorde het meer voor we het zagen. Rietmeisje keek achterom en glunderde. "We zijn er bijna!" Ze wilde het paard wel aansporen, maar we konden natuurlijk niet voorop gaan. Wachters eerst.

We hielden halt bij wat bijna een klein dorp was, met rietgedekte stenen huisjes. Daar woonden de rietsnijders en de vissers die leefden van dit meer. Ik liep het pad af naar het water, dat glinsterde en murmelde in het late licht, omringd door wuivende pluimen. Heel in de verte zag ik nog een glinstering, dat moest de Helvarderaflu zijn. Ik keek recht tegen de zon in en verbeeldde me dat er een streep voorlangs liep. Dat kon toch haast niet? Kon je hier vandaan de Heerweg al zien? Wat groot was de wereld, voor het eerst in al die jaren besefte ik dat Barraspira, ondanks alle schoonheid en levendigheid, toch ook een soort gevangenis was.

Rietmeisje kwam naast me staan. "Prachtig hè?" Ze schepte water op met haar handen en verfriste haar gezicht.
"Ik dacht dat we zelf riet moesten snijden," zei ik.
Onderzoekend keek ze me aan. "Waar kom jij toch vandaan Yifam?"
"Ik moet dat rietvlechten toch ergens geleerd hebben?" zei ik luchtig. Want er stond alweer een rode mantel naast ons. We moesten het nachtkamp opslaan, we moesten vis bakken en brood. Geen getreuzel of geklets, ze moesten ons onveranderd terugbrengen naar Barraspira.

Ik zag dat de wachter een gat in zijn hand had. Een rond gat, je zou er net een vinger doorheen kunnen steken, omringd met goud. Een enkele keer had ik zo'n gat bij andere mensen gezien, bij kooplui op de markt bijvoorbeeld. Maar omringd met goud? Toen we in de tent lagen, alle vrouwen bij elkaar, vroeg ik het fluisterend aan Rietmeisje. "Dan heeft hij een gevangene naar de Visietunnel gebracht en is geraakt," zei ze.
Geraakt door zo'n sissende druppel.

Vroeg in de ochtend zochten we samen riet uit, van dun tot heel dik. Twee muilezels die zonder berijder meegekomen waren, werden volgeladen. Wat een rijkdom! Zoveel riet had ik nog nooit bij elkaar gezien. Rietmeisje lachte me een beetje uit.

Dit bericht is geplaatst in feuilleton met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *