Ik vertelde haar over de vuile doek, over het kleine voorraadje mos dat ik bij me had, kon ik dat op Langen San aanvullen?
Ze moest lachen en wreef Pydva plagerig over zijn kruin.
"Weet je dat je ze kunt leren om het te doen wanneer jij het wilt? Nee, niet op elk moment natuurlijk. Maar zoals nu? Bo heeft net lekker gegeten, toch? Meestal komt het niet lang daarna."
Ze nam hem weer op schoot en ontdeed hem van zijn doek. Ze zette hem in het zand naast de mat en hees hem een beetje omhoog. Aan zijn gezichtje kon ik zien dat het werkte, ik schoot in de lach, Pydva kneep demonstratief zijn neus dicht. "Pak eens wat blad," zei Valma tegen hem. Ze veegde Bo's billetjes schoon en wikkelde hem weer in de doek. "Zand erover," zei Valma. "Normaal doen we dit achter huis hoor."
Ik besefte dat hiermee iets werd opgelost dat me een heel groot probleem had geleken. Dan moest ik nu maar gaan. Ik rommelde in de draagzak om Valma geld te geven voor de kleren.
Daar wilde ze niets van weten. En van weggaan ook niet. Het was immers veel te heet, zo midden op de dag. Ik moest het hele eiland over en dan proberen naar Kraeckten San te komen.
De rots van Kraeckten San.
Ik lag weggedoezeld op de mat, Bo op mijn borst, toen ik wakker werd van een zware stem.
"De oren vertellen mij dat er een boot vol mannen onderweg is. Op zoek naar een vrouw met een kind. En ja hoor, mijn vrouw heeft weer eens een vluchteling meegenomen. Ze moet weg, nu!"
Valma's man, een net vol zeeoren over zijn schouder, keek me dreigend aan.
Ik kwam overeind.
Valma had de mouw van het zwarte gewaad opengesneden zodat ik mijn schild kon dragen. Ze hees me er opnieuw in, en hing de draagzak met Bo om mijn schouders.
"Geef haar een oor," zei ze tegen haar man.
Hoofdschuddend maakte hij het net los en zocht er een kleine, onooglijke schelp uit.
Valma deed hem in een zijvakje. "Daarmee kun je onder water horen," legde ze uit. Ze trok Bo en mij allebei de capuchon over onze hoofden.
"Ga," zei ze. "Die kant uit, zoveel mogelijk achter de huizen langs. Dat schild is eigenlijk veel te opvallend, kun je het niet beter verkopen?"
Maar als er een ding was dat ik zeker wist, was het wel dat ik het schild koste wat kost bij me moest houden.
Valma knoopte er een van Bo's doeken omheen.
"Op Kraeckten San is het koud en gevaarlijk, maar je hebt geen keus. Wees gehoorzaam en nederig. Je weet vast hoe dat moet." Begripvol keek ze me aan.
Ik voelde hoe ze Bo over zijn bolletje aaide.
"Dankjewel voor alles," zei ik. "En u ook," zei ik tegen de zeeorenman.