Het rinkelen kwam dichterbij. Voetstappen hoorde ik niet in het zachte zand. Ik voelde Bo bewegen op mijn rug, hij mummelde in zijn slaap, zo'n mummeltje dat ieder ogenblik in gehuil kan ontwaken, lieve Hemren laat hem slapen … Het gerinkel stopte. De wachter moest nu stilstaan en vlakbij zijn. Ik durfde niet door te denken wat er met me zou gebeuren als ik nu gevonden werd.
"Alles in orde nachtwacht?" De stem van Rodva over de muur.
"Ik dacht dat ik iets hoorde."
"Zeker die kat van mijn zuster. Die mag niet mee het Palast in, nu hangt hij vaak hier rond. Rotbeest. Goede wacht nog!"
Tevredengesteld vervolgde de nachtwacht zijn ronde. Rodva zag ik niet meer, dat was maar beter ook. Ik drapeerde de omslagdoek weer om me heen en liep snel verder langs de oostmuur. Nu kwam er nog een gevaarlijk stuk. De wachters op het Palast konden immers heel ver de kant uitkijken die ik gaan moest. Van het pad afwijken durfde ik niet, als ik verdwaalde was het einde heel snel nabij.
Vlak voor ik de hoek omsloeg, sprong met een valse krijs Kuuksi tegen mijn rug op. Bo schrok er wakker van en krijste mee. Wanhopig probeerde ik beest en kind stil te krijgen maar Kuuksi hield aan, wat wou ze? Mee in de draagzak? Ben je gek geworden beest? Ik hurkte neer in het zand, maar ik kon de zak immers niet eens afdoen met het schild aan mijn arm. Kuuksi sprong erin, ik wilde alweer opstaan toen ik besefte dat ze rommelde met de flesjes op de bodem. Even later viel er eentje in het zand.
Ik keek op het etiket: Graysaflu. Mijn hand tintelde. Je handen weten het. Ik schroefde het dopje los en liet een drup op mijn tong vallen. Ik deed een drupje op mijn vinger en liet Bo daar even op sabbelen. Kuuksi sprong uit de zak, ik liet het flesje er weer in vallen en vervolgde mijn tocht. Kuuksi rende voor me uit als een wandelend zandduintje, grijsblauw in het maanlicht. Dezelfde kleur als mijn voeten. Dezelfde kleur als mijn omslagdoek, als mijn handen, het leek bijna alsof ik doorzichtig was.
Nu pas kunnen lezen. Spannend en mysterieus. Ik kijk alweer uit naar morgen.
blij mee
Knap bedacht een poes met voorspellende gaven. Ha, en hier wordt een zin uit een vorige aflevering duidelijk. 'Je handen weten het.'
Hoe vaak zal dat haar redding nog worden.
jaaa ...