Alles kantelde toen de tijd van Vulema aanbrak. Tot ons veertiende gingen we samen naar school, speelden we samen, of deden de klusjes die meisjes moesten doen. Daarna zagen we elkaar niet meer zo vaak, behalve bij de borduurlessen, zij was echt een natuurtalent, haar steekjes leken wel geschilderd of geweven.
Vlak voor ze achttien werd, kwam ze nog een keer bij ons op bezoek. Ik vroeg aan Va of we nog even naar buiten mochten (buiten het hek, bedoelde ik). Hij werd graag gezien als een liefhebbende vader, glimlachend opende hij het hek. Hij ging in zijn werkplaats zitten en zonder het uit te hoeven spreken wist hij dat ik wist dat we niet uit zijn ogen mochten gaan. We liepen een eind door het zand in het maanlicht en gingen zitten waar we uit zijn oren waren.
"Ik moet weg," zei Vulema.
We hadden het altijd geweten, maar zo'n waarheid werp je van je, houd je uit je gedachten. Tot het zover was, en ontkenning zinloos. Tweede Meisjes moesten op bedevaart naar de Rots. Hun taak was het binnenste van de macht te onderzoeken – datgene waaraan wij ons allen onderwierpen omdat dat de enig mogelijke manier van leven was – en terug te keren om te getuigen van de pracht en de grootsheid.
Wat we ook wisten, wat we nooit uitspraken, wij meisjes, was dat geen van de Tweede Meisjes ooit was teruggekeerd. Wat we te horen kregen, waren verhalen van heel vroeger. Toen kwamen alle Tweede Meisjes gelouterd terug van hun reizen, en getuigden met kleurrijke woorden van de schoonheid van de Rots en de Vaders die daar woonden. Hun reis was spannend en moeizaam geweest, maar nooit gevaarlijk of erger. Ze gingen als maagd, ze kwamen terug als maagd of in een enkel geval met een echtgenoot uit Blyntera wat natuurlijk het ultieme geschenk was, en vervolgens mochten ze zich voor altijd vestigen in DunKitaba, of eventueel in een andere stad in onze heerlijkheid. Iedere familie had wel een overgrootmoeder of oudtante die de Heerweg was gegaan.
Pas veel later zou ik achter de brieven komen.
Prachtig hoe je het weet te beschrijven. Het raakt me.
fijn!
De brieven! Ben benieuwd...
ik ook ... soms schiet ik midden in de nacht wakkker: nee, maar dit klopt niet! en dan moet ik weer het een en ander veranderen