Ik besloot Storma op te zoeken, de oude verteller. Een vrouw die – met terugwerkende kracht – een van mijn mentors zou worden. Omdat ze alles had gezien, alles wist, en desondanks kon doorleven omdat ze wist dat ze niet gemist kon worden. Omdat ook haar vezel belangrijk was voor de hele wereld. Zo ver was ik toen nog niet. Ik zag mijn eigen belang altijd in termen van dienstbaarheid, zo was ik opgevoed.
Storma was verschrikkelijk oud. Niemand in DunKitaba weet hoe oud hij precies is. Mensen in Dunkitaba weten niet precies hoe oud ze zijn. Tot je eenentwintigste houden je ouders het voor je bij. Ze tellen de jaren aan de hand van de zonnewijzer. Ze zetten een streepje op de muur als je geboren wordt, en wanneer de zon opnieuw dat streepje bereikt, is er een jaar voorbij.
Na zeven jaren mag je naar school. Ieder kind krijgt dan een ijzeren staafje met zeven kralen, dat horizontaal aan de muur bevestigd moet worden. Zes doffe kralen en één prachtige kraal. De kraal van de schooldag. Meisjes op één dag, jongens op een andere. Ik was altijd zo blij als de mooie kraal weer aan de beurt was. Van blauw glas was hij, met bloemetjes erin.
Storma's gezicht was rimpelig en kreukelig, haar haar was spierwit. Ik kon me niet herinneren dat ze ooit bij ons thuis geweest was, maar zij herkende mij. Ze legde haar handen om mijn gezicht, en deed met haar vingertoppen mijn sluier een beetje naar achteren.
"Heeft iemand je hier zien binnengaan?"
Ik schudde mijn hoofd. Het was midden op de dag, het marktplein was uitgestorven. Storma's huis leek op een winkel, of op een theehuis, open zodat iedereen kon zien wie daar binnen was.
Ze wenkte me, en ik volgde haar naar haar slaapvertrek. Zij ging tegen haar bedrol zitten, ik knielde bij het koperen dienblad met de kopjes en de kan.
"Doe je sluier eens af?" Met haar heldere ogen, als kralen van tijgeroog, nam ze me in zich op.
Ik werd er verlegen van. "Wilt u dat ik thee schenk?"
"Dat is goed, dat praat makkelijker. Vertel eens Yima, wat kom je doen?"
"Zou ik verteller kunnen worden?"
"Nee," antwoordde Storma direct.
Ik schrok ervan, ik knoeide met de thee, ik veegde het blad af met een punt van de sluier die op mijn schoot lag.
Wat mooi, die weekkalender. Mocht je de mooie kraal zelf uitzoeken?
Ai, een droomwens aan stukken? Ik vind het een cliffhanger.
oh, daar ga ik nog even over nadenken, die kraal
en cliffhangers zijn altijd goed!
"Storma was verschrikkelijk oud. Niemand in DunKitaba weet hoe oud hij precies is."
Het ligt waarschijnlijk aan mij, maar ik moest dit drie keer lezen voor ik begreep dat 'hij' terugslaat op 'Niemand'. Ik dacht in eerste instantie dat het verwees naar Storma, wat niet kon, want vrouw.
oh, dat is inderdaad niet zo mooi, ik ga het veranderen