Als de collage af is, laat ik mijn ogen door de inhoudsopgave van Consolations glijden, en tot nu toe is het steeds zo geweest dat het woord dat ik erbij uitkoos, meteen het juiste was. Met het juiste mooie citaat om ergens in de collage op te schrijven, meer of minder leesbaar.
Robuustheid is een woord dat ik vrijwel nooit gebruik, en dat meteen paste bij de stoere houten bijl (tenminste, dat zie ik erin) in het midden van deze collage.
Mezelf zie ik bepaald niet als robuust. Wanneer voelde ik me voor het laatst zo? Heel vroeger, toen ik zonder vrees in hoge bomen klom? Of toen ik in het expatleven allerlei dingen regelde en ondernam die ik eerder niet voor mogelijk hield? Of toen ik, na een pittig traject bij de Tigra, zonder pijn mijn koffer de Parijse metrotrappen op- en afzeulde?
Maar dan valt mijn oog op de zin die de collage ingaat: Robustness demands we find a calm center in the midst of tumult. Robuustheid kan ook psychisch zijn, dus. Hoe kapot ik ook gemaakt ben door het leven, ik blijf sterk. En ik merk een zekere twijfel om dat op te schrijven. Ik kan me gebeurtenissen voorstellen waar geen robuustheid tegen opgewassen zal zijn. Daarover vind ik niets bij David Whyte, of het moest dit zijn:
A robust response always entertains the possibility of humiliation, it is also a kind of faith; a sense that we will somehow survive the impact of a vigorous meeting, though not perhaps in the manner to which we are accustomed.
ookdeze collage is te koop op werkaandemuur