Vlak voor ik ziek werd, had ik het erover met de psycholoog. Ik zou van alles ondernemen: leuke cursussen, interessante lezingen …
Toen ik in 2005 terug in Nederland kwam, leefden mijn ouders nog. De Grote Verraden hadden nog niet plaatsgevonden. Ik voelde me omringd door mensen die het beste met mij voorhadden. Maar ik verloor ze, de een na de ander. Ik bouwde een werkkring op, ontmoette leuke mensen op dezelfde golflengte, maar de werkzaamheden werden wegbezuinigd.
Door te verhuizen had ik in elk geval een paar mensen in de buurt die voor me konden zorgen als de nood echt aan de vrouw kwam. Ik hoopte ook dat ik in de grote stad weer werk zou kunnen vinden. Dat werd een desillusie. Ik raakte de krachtdadigheid van die eerste jaren kwijt, wie weet woelde het ziekzijn toen al, de energie was op, van het altijd maar weer op barricaden en bressen, en alles alleen te moeten klaren.
Dat alleen klaren heb ik levenslang gedaan. Het wordt een gewoonte om niet om hulp te vragen. Net zoals het een gewoonte wordt om niets te verwachten, nergens om te vragen want de vernedering is vaak zo enorm. Oja, dat zei de psycholoog ook tegen mij. Je mag best om dingen vragen. Je zegt gewoon "ik zou het fijn vinden als …" en dan laat je het verder bij die ander. Ik krijg het m'n strot niet uit.
Nu zit ik inmiddels twee-en-half jaar thuis. De paar overgebleven trouwe mohikaantjes hebben zelf drukke levens, dat begrijp ik, en ik ben dankbaar voor wat ze me geven. Er zijn een paar vriendinnen, verspreid door het land, die ik af en toe zie. Waar ik enorm van kan genieten. Ik geniet ook van de contacten via de zo verguisde sociale media, en van de leesclub.
De ziekte is onberekenbaar. Cursussen op vaste, vaak verkeerde tijdstippen zijn geen optie, lezingen in de avond ook nauwelijks. En ik ben niet meer de brutale vrouw die zichzelf als columnist bij Trouw aanmeldde, of de onverschrokken wereldreiziger die alleen door Ouarzazate dwaalde. Dat was ik. Nu ben ik iemand anders. Creatiever dan ik dacht, sterker dan ik dacht. Maar ook stokouder, onzekerder, in een piepklein wereldje.
In de wachtkamer van de internist lag een oude Zin. Met daarin een artikel "Vrienden maken, hoe deed je dat ook alweer?" De tips zijn werkelijk een eye-opener. Je moet jezelf beter leren kennen, je passies najagen en wandeltrips of filmavondjes organiseren. Oja, en zorgen dat je mentaal en fysiek fit bent.
Wachten tot ik beter ben dan maar.