Wat is een handgeheugen een wonderlijk iets. Ik kan nog altijd als de beste boeken plastificeren, geheel zonder bobbels. En ik weet ook nog precies hoe je de stang uit zo'n cataloguslaatje haalt. Onder het frontje kun je iets samenknijpen waardoor je het frontje omhoog kunt schuiven, en daar zit het ronde handvatje van de stang.
Ik probeerde me exact voor de geest te halen hoe zo'n werkdag op de biep eruit zag. Als ik vertelde dat ik bibliothecaresse was, dachten mensen dat je de hele dag te lezen zat daar. Terwijl je alleen in de pauze las: altijd de nieuwste nummers van alle tijdschriften, heerlijk.
Nee, ik deed – naast inlichtenwerk – vooral cataloguswerk. Ouderwetse tijden. Alleen al hoe we dag begonnen op de afdeling. Koffie, shagje, ieder met haar eigen houten bakje voor de neus, om kaartjes op volgorde te leggen die beneden ingevoegd moesten worden. Praten over onze vervelende echtgenoten, over een programma op tv (Sonja! Koot & Bie!), over wat we gedaan hadden in het weekend. Dan naar beneden afzakken, radio op Hilversum 4, en aan het werk.
Iemand vroeg gister naar aanleiding van mijn vorige blogje of ik soms geen heimwee had naar vroegere levensfases. En ik dacht nee, daarvoor is er te veel gebeurd wat alles in een ander licht zette.
Maar die gezellige saamhorigheid terwijl je handen hun werk doen … die zou ik wel terugwillen ja.
historisch handwerk
Dit bericht is geplaatst in lees- en biepherinneringen. Bookmark de permalink.