Kamelen, Emirs en Paleizen gaat deels over Dubai en Abu Dhabi, maar grotendeels over Oman. Het was destijds het eerste Nederlandstalige boek dat over het land verscheen, het geeft een goed beeld van het land zoals wij het hebben beleefd, en ook van de geschiedenis. Ik heb er voor mijn eigen boek ook diverse weetjes uitgehaald.
Tja, dat eigen boek van mij.
In de Raskrabbel schreef ik een maandelijkse column die heel goed werd ontvangen. Van daaruit ben ik toen begonnen onze belevenissen op te schrijven, in korte stukken. Voor onszelf en onze naasten heel erg leuk, en toen ik een uitgever belde, reageerde die ook heel enthousiast. Maar ik kreeg al vrij snel bericht dat het toch niet helemaal was wat ze in gedachten hadden. En later – toen ik me veel meer in de techniek van het schrijven had verdiept – zag ik wel waarom.
Het is vooral heel naïef van toon. Wat ook geen wonder is, want ik wás naïef. Zoals iedereen die voor het eerst met zo'n totaal andere cultuur kennismaakt. Er veranderde zovéél! Ook mijn rol in het leven, van zelfstandige werkende vrouw naar afhankelijke vrouw-van en moeder-van.
Niet bepaald de goede toon voor een min of meer kritische landsbeschrijving à la Achter Mekka.
Wat niet wegneemt dat ik het zelf af en toe weer eens doorlees, om te weten dat ik dat toch écht allemaal heb meegemaakt.
Weg van Oman
Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie met de tags marie kondo, oman. Bookmark de permalink.