toegepaste kunst

Ik kan enorm genieten van toegepaste kunst, daar niet van. Op onze Hundertwasservakantie heb ik in Wenen een aantal zeer gelukkige uren doorgebracht in het MAK.
Ik heb foto's gemaakt van meubels en vazen, van serviesgoed en rariteiten en kwijlde van genoegen. En ja, het is wel mede aan de studie te danken dat ik heb leren kijken naar kunstvoorwerpen, dat ik bij de mamamini in één oogopslag kan zien of er iets van mijn gading bij is.
Maar ik geloof niet dat ik daar The Penguin Dictionary of Decorative Arts nog bij nodig heb. Het waren de dagen van met zonder Internet, we konden al die namen nog niet opzoeken vanzelf. Sinds die tijd heb ik er nooit meer in gekeken, ik had zelfs vaag een idee dat dat dikke zwarte boek ook zo'n soort iconografieboek was. Hopla op Marktplaats ermee, weer vijf centimeter vrij!

Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie, kunst met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *