Er is bijna geen schilderstroming waar ik zo dol op ben als op de Vlaamse Primitieven. Early Netherlandish Painting, jawel. Ik kan me haast niet meer voorstellen hoe het was om te studeren, om al die wetenschap in lenige, ontvankelijke hersentjes te proppen, en in elk geval tot en met het tentamen oproepbaar op te slaan.
En ik weet er nog wel veel van, hoor. Maar niet meer dat ik nog blindelings – ziendelings – een Rogier van der Weyden van een Hans Memling kan onderscheiden.
Deze boeken stonden op de verplichte literatuurlijst, ik denk dat het nog steeds hét standaardwerk is. Maar schenkt het me nog vreugde? Ga ik het ooit nog lezen?
Of moet ik nu maar eens bloedeerlijk worden?
En ophouden met die het-staat-zo-goed-in-de-kast-bewaarderij?
Het deel met de afbeeldingen is in zwart-wit, daar word ik alvast in geen enkel opzicht blij van.
Ik denk dat ik het maar eens op Marktplaats probeer. Wie biedt?
bewaarderij
Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie, kunst met de tags marie kondo. Bookmark de permalink.