De Kunst van het Schrijven (The Art of Fiction) kocht ik voor we naar Oman gingen, in 1990. Ik had nog geen idee wat ik wilde met de schrijverij, maar schrijven was in elk geval iets voor een toekomstige vrouw-van om te doen.
Ik herinner me nog wel dat ik er bij eerste lezing niet veel mee kon. Ik wist zelf nog niets van enige theorie omtrent het schrijven, en het boek kwam me voor als een kookboek zonder recepten. Pas later, toen ik zelf meer kennis had verworven, kon ik het op waarde schatten, en vielen de schatten me toe. Want wat schrijft Gardner prachtig, en wat zegt hij veel waar ik het ontzettend mee eens ben.
En nu zie ik pas die rare ondertitel, die er in de oorspronkelijke uitgave vast niet bij stond: "een praktische handleiding."
Even opzoeken. De ondertitel luidt "notes on craft for young writers." En dat is precies wat het boek behelst. Notities over het schrijfambacht. Geen Olyslager voor schrijvers – hoe vervang ik een koppelingsplaat – maar een kookboek zoals ik me vaag herinner van Wina Born, met een lyrische omschrijving van de omgeving en de mensen en hun producten, en dan hier en daar een receptje tussendoor.
recepten
Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie, schrijven met de tags marie kondo, schrijfboeken. Bookmark de permalink.