Het synoniemenwoordenboek heb ik op verjaardag gevraagd toen ik ernst begon te maken met het schrijverschap. Als je in het buitenland woont, wordt je moedertaalgevoel te weinig gevoed, en dan is het zaak daar bewust aan te werken. Het synoniemenwoordenboek is een bron van vermaak: wat zijn er voor sommige begrippen toch enorm veel woorden! We zijn dan misschien geen eskimo's die elke sneeuwvlok apart benoemen, maar daartegenover hebben wij oneindig veel manieren om mensen te omschrijven.
Als je verlegen zit om een karakteristiek personage, haal je er gewoon een uit het woordenboek. Zoals daar zijn:
snoeshaan, engel, vrijbuiter, mannetjesputter, neuroot, binnenvetter, pechvogel, warhoofd, koploper, tobber, virtuoos, bolleboos, boekenwurm, waaghals, gladjanus, losbol, kniesoor, zeiksnor, iezegrim, kwast, lobbes, schijtlaars, stoethaspel, spook.