Ik heb etymologie altijd al heel interessant gevonden, of tenminste al vanaf de middelbare school, toen langzaam het besef doordrong hoeveel Latijn er bijvoorbeeld in het Engels zat en hoeveel dat scheelde met woordjes leren. Als je eenmaal begrijpt waar een woord vandaan komt, onthoud je de betekenis ook veel makkelijker.
Een nog veel interessanter aspect leerde ik bij kunstgeschiedenis. Ik geloof dat het bij de colleges over Thera was, dat oude Griekse eiland dat door een vulkaanuitbarsting verwoest werd. Daar leerde ik het concept dat etymologie ook van belang is voor dateringen en andere feiten. Dat een bepaald woord opeens in een taal opduikt, kan betekenen dat het geïntroduceerd is door een ander, mogelijk veroverend, volk. Dat was, herinner ik me, zo bij het woord paard. Hoe het precies zat weet ik niet meer, alleen dat het me ontzettend fascineerde. Dat een taal ook een geschiedenisbouwwerk is.
O, dat woordenboek heb ik ook. Ik kan er eindeloos in verdwalen, net als in mijn boeken over de betekenis van voornamen en plaatsnamen: ook allemaal etymologie en taalgeschiedenis.
Ook een fijn boek om in rond te hangen!
Het staat ook in mijn boekenkast, alleen een andere editie.
Ik had een gevreesde lerares Nederlands op de middelbare school, die als stokpaardje de etymologietjes! had. Ik hoor het haar nog roepen door de klas. (Even googlen op haar naam en ja hoor, een andere oud-leerlinge noemt ook de etymologie.)
Ondanks dat alles heb ik etymologie ook altijd machtig interessant gevonden.