Van romaans weet ik natuurlijk het meest, omdat ik er op afgestudeerd ben. In vreemde steden scan ik de kerken altijd op romaanse elementen, zijn die er niet, dan dwalen mijn ogen al snel af. Waarom vind ik romaans toch zoveel mooier dan gotiek? Ik heb het altijd een boeiende tegenstelling gevonden. Wat weet een niet-kunsthistoricus van gotiek? Spitsbogen, glas-in-lood, een hemels licht. En romaans is zwaar, donker.
Maar het is juist dat hemel-op-aarde-gevoel dat de gotiek minder hemels maakt. Het hemelse is afgedaald tot het begrip van de simpele ziel. In het romaans moet je je overgeven, moet je jezelf laten vinden door het hemelse. Er is geen theatraal effectbejag, er is alleen het hemelse omsloten door zware muren, met kleine ramen en mystieke schilderingen. Het is er stil en het is er veilig. Of je nu in Hogebeintum bent of in Tahull.
romaans
Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie, kunst met de tags marie kondo. Bookmark de permalink.
Mooi beschreven.
thx!
Van die kerkjes waar je van hoopt dat de piepende deurklink jou toegang verschaft en dat alleen Jezus en zijn Moeder en bijvoorbeeld Antonius daar de wacht houden.
ja precies
Ja, dat is mooi