Wat heb ik ook ooit weer van Steiner gelezen, eens even googelen. En was hij ook niet ooit bij Adriaan van Dis? Ik herinner me vaag een erudiete man met wie ik het eens was, maar ik weet inmiddels hoe onbetrouwbaar het geheugen is. Toch moeten dat wel de redenen geweest zijn waarom ik dit boek meenam uit de nalatenschap. En nu denk ik: dat ga ik nooit lezen. Echt never nooit niet.
Ik lees de achterflap die toch nieuwsgierig maakt. Ik lees de eerste alinea en word toch meegesleept door het pleidooi dat literaire kritiek moet proberen over te brengen wat iemand raakt bij het lezen van een roman, in plaats van alleen maar te vitten op wat er niet deugt.
Er is weer strijd met Marie Kondo, die vindt dat een ongelezen boek sowieso wel weg mag. Maar hier staat misschien iets in dat mij – zoals nu al de eerste bladzij – vreugde zal verschaffen. Als de stroom uitvalt (denken aan de stroomdips van gisteren en vandaag) en de e-reader leeg is, heb ik altijd dit nog. Voor bij kaarslicht.
lezen bij kaarslicht
Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie, literatuur met de tags marie kondo. Bookmark de permalink.