Op school was ik wel onder de indruk van de Idioot in het Bad. Nu zie ik in dit boek een krantensnipper als bladwijzer, niet door mij ertussen gestopt, denk ik.
Op de linkerbladzij het bekende gedicht over het Ezeltje, op de rechter De Weg Terug.
De weg terug
De avond kwam; de avondspin
had ons onmerkbaar ingesponnen.
Alles stond stil en de geronnen
minuten stroomden niet meer in.
We lagen naar het plafond te kijken,
dat was ook leeg; ik werd zo bang,
ik had één strakke koude wang,
we lagen roerloos als twee lijken...
Toen, in dit strak-gespannen niet,
opeens van zeer dichtbij de regen,
stil slikkend langs het raamkozijn.
Ontdooien van het vast verdriet
en o de pijn om te bewegen
om niet meer dood te mogen zijn.
Achterin zit de kassabon: 4 mei 2006.
Ik google een regel tekst van het krantenknipsel. Oktober 2013. Gelukkig, dan heb ik toch zelf de bladzij aangewezen, en is het niet mijn vaders verdriet dat hier langs de ramen biggelt.