als kind mocht ik al niet
klagen want oh, de arme mensen
en wij in de oorlog,
jij, luis, zere kop, klagen?
schaam je schaam je haat je
woei mij dan niet alles aan
liefde rijkdom, hoge cijfers,
vaandels van geluk met
zware kettingen: niet klagen
schaam je schaam je haat je
nog zeg ik sorry als ik klaag
tegen vluchtelingen en echte
slachtoffers en verkrachten
en gemartelden weeklagen
schaam mij schaam mij haat mij
hoe durf je het bestaan
oude stemmen in mijn hoofd
ik mocht eens uitvinden hoe
waarom en alles uitkotsen
de schaamte en de haat