Iemand die voor het eerst bij mij op bezoek kwam, merkte verbaasd op: er is hier helemaal niks wat niet mooi is! Nu verschillen smaken natuurlijk, en misschien vind jij niets zo lelijk als een knalgele bank. Maar voor mij is het belangrijk. Ik kan me nooit voorstellen dat mensen zich omringen met onverschillig wat, als je er maar op of aan kunt zitten, op liggen, spullen in kunt doen.
Toen ik nog geen geld had, deed ik het met posters en doeken. Later kon ik me mooie meubels veroorloven. Maar nog steeds is het belangrijker wat er aan zielvolle spulletjes op de planken staat, aan de muur hangt, ik omring mij met wat mijn ziel voedt. Bloempotten uit de vijftigerjarenvensterbank van mijn jeugd, de kapstok die mijn opa heeft houtgesneden, het bronzen uiltje van pappa's bureau, vaasjes van de grootmoeders, de tekening die Harmke maakte, de batik lap die ik scoorde op de vrijmarkt, de grote collage die ik zelf maakte. Het moet allemaal iets te zeggen hebben, niet zielloos zijn.
Wat moet het onvoorstelbaar verschrikkelijk zijn om uit je huis te worden gebombardeerd, zodat je niets nog ooit terugziet van de spullen die je altijd omringd hebben. Ik besef met de dag beter hoe rijk we zijn, Pjotr en ik.
geschreven voor dag 9 van het #30dayjournalproject
Nu nog een beetje (buiten) wortelen...in je huis zijn veel wortels zichtbaar, als ik het zo mag noemen. En oh, wat herken ik dat.