IT WAS A DARK AND STORMY NIGHT
Zo luidt de eerste regel van het meesterwerk van Snoopy, waar hij, met zijn typemachine op het dak van zijn hondenhok gezeten, eeuwig aan doortikt. Ooit geweten dat dat een werkelijke beginzin is? Edward George Bulwer-Lytton schreef hem (Paul Clifford, 1830) en sindsdien is er een jaarlijkse wedstrijd in zijn naam voor de slechtste beginzin.
Maar wat zijn de kenmerken van een góede beginzin?
Natuurlijk is dat deels een kwestie van smaak en interesse. De een haakt af bij:
Het was een heldere, koude dag in april, en de klokken sloegen dertien.
De ander leest gefascineerd verder na:
De volle maan, tragisch die avond, was reeds vroeg, nog in de laatste dagschemer opgerezen als een immense, bloedroze bol, vlamde als een zonsondergang laag achter de tamarindebomen der Lange Laan en steeg, langzaam zich louterende van haar tragische tint, in een vage hemel op.
En soms ben je in de stemming voor:
"Weet jij misschien wanneer Pit komt?" vroeg Lenie Marees en ze schoof haar stoel wat dichter onder de tuinparasol, die als een uitdagende zonnebloem boven het groene grasperk stond.
Al houd je niet van science fiction, naturalistische romans of ouderwetse meisjesboeken, toch zie je dat dit goede beginzinnen zijn. Ze zetten de toon, qua sfeer en qua stijl, en ze maken nieuwsgierig.
In een roman kun je langzaam op stoom komen. Couperus zoomt als een camera in op de plek des onheils. Eerst de maan, dan de laan, dan de tuin, dan het huis en de mensen die er wonen. In een kort verhaal moet één eerste zin zo'n intro waarmaken.
De rechter en zijn vrouw, onderweg naar Aldeburgh voor het weekend, hadden achter in de auto een doos van het Wijnproeversgilde, gevuld met pornografische tijdschriften.
Zo begint Penelope Lively haar verhaal Corruption. Alles zit erin: personages, milieu, plaats, tijdperk en een bevreemdend element – de narrative hook.
Hier staan de 100 beroemdste beginzinnen. Ga na hoe ze werken, en bewonder wat ze doen.
even een lesje uit Honderd Valkuilen, in het kader van 50books vraag 40.
Een jaar of tien geleden heb ik met een stel vrienden een tijdlang een spelletje gedaan: wie raadt uit welk boek deze openingszin komt? Het is verbazingwekkend hoe goed een sterke, intrigerende eerste zin je bij blijft. Ik zal niet zo gauw een willekeurige passage uit een boek herkennen, maar van die openingszinnen wist ik er opvallend veel te benoemen, zonder dat ik daar ooit speciaal op had gelet. Daaruit blijkt volgens mij hoe belangrijk de opening van een boek is: mensen lezen die over het algemeen veel beter dan de rest.