Michel van der Plas is dood. Overal lezen we over Frater Venantius die ja zei tegen het Rijke Roomsche Leven en meer van zulks vrolijks. Terwijl ik hem ken van een gedicht dat profetisch zou blijken. Hoe lang ken ik het al? Wanneer ontdekte ik dat bundeltje in de boekenkast? Het staat nu hier, met bruin plakband en Sinterklaasgedicht. Van je Stella, schreef mijn moeder op 5 december 1951. Ze heette Arendje.
Het gedicht is het eerste uit een cyclus van drie, die De Verloofden heet. Het ging zo.
I. Zij:
O droefenis van in elkanders armen
als in een heilloos graf te zijn begraven:
de al te vroeg binnengelopen haven
van liefde die verzand is tot erbarmen.
Het vuur der lusten flakkert in de avond
te heimelijk dan dat het zou verwarmen
en wordt een goed waarvoor we elkaar beschermen
en is gedoofd eer wij ons zouden laven.
En zo worden wij ouder, en de dromen
die wij zozeer vereerden worden ouder,
en steeds onwerkelijker blijf ik komen,
alleen om uit te huilen aan je schouder,
alleen om, stilstaande onder zomerbomen,
je hand te voelen, kouder, altijd kouder.
Michel van der Plas
Den Haag, 23 oktober 1927 – Leidschendam, 21 juli 2013
Ja, jammer dat dat succesnummer veel aandacht krijgt. De man schreef zoveel meer prachtige teksten. Mijn moeder was groot fan van hem en hanteerde de pappepel, wat ze overigens ook met Annie M.G. deed.