Ik moet eerlijk zeggen dat ik in mijn leven zo weinig mogelijk boeken koop. Veel verhuizen doet veel weggooien ook (nee hoor, géven, naar de kringloop brengen, achterlaten in hotelkamers etc.). Ik bewaar alleen die boeken die ik wérkelijk prachtig vond. Al zal ik ze misschien niet herlezen, ze herinneren mij aan die leeservaring, ze vormen tezamen mijn leesbiografie.
Ik sta er wel om bekend dat ik boeken die 'iedereen' me aanraadt, soms afschuwelijk vind. Haar naam was Sarah is daarvan wel het saillantste voorbeeld. Tijdverspilling vind ik dat niet, het dwingt me weer eens om bewust na te denken over wat iets een goed boek maakt. Ik voel me verplicht uiteen te zetten waarom al die andere lezers het mis hebben. Beetje gelijkhebberigheid is me ook niet vreemd 😉
Het dilemma van nare-lees-ervaring-boeken bewaren ligt bij mij bij de krijgers. Zo'n boek dat je vol enthousiasme op je verjaardag vroeg, en dat reuze tegenviel. Als ik het zelf gekocht had, lag het nu al lang bij de Mamamini. Maar om de gulle gever zo voor het hoofd te stoten… Dus daar staat het. Als een blauwe plek op mijn boekenlichaam. Ik hoop dat iemand het te leen vraagt, en dat ik dan royaal kan zeggen: je mag het wel houden hoor! Dat is met Knielen op een Bed Violen uiteindelijk ook gelukt.
dit in antwoord op 50books vraag 21