In The Ministry of Utmost Happiness komen ook veel Indiase liedjes voor. Die ik natuurlijk niet ken. Klassieke Indiase muziek, religieuze of spirituele melodieën, protestliederen, popsongs, er gaat niets meezingen in mijn hoofd. Daardoor vroeg ik me af: wie zou Roy als haar beoogde lezer zien? Een middelbare blanke dame uit het oh-zo-multi-culti Nederland? Hoe multi-culti ben ik eigenlijk als ik zo weinig weet van andere landen?
Of is het normaal dat je alleen iets weet van je eigen land, je eigen continentje? Schrijf ik mijn boek voor iemand aan de andere kant van de wereld? Zelfs al komen er multiculturele problemen in voor, dan nog schrijf ik het vanuit mijn eigen leefwereld. En tot nu toe was ik me er niet van bewust dat minstens de halve wereld níet heeft gehoord van de muziek of de boeken die ik noem.
Nu word ik niet wereldwijd gelezen, en Roy wel. Maar natuurlijk gaat ze bij het schrijven uit van haar leefwereld. Het is boeiend wat dat allemaal aan denkwerk losmaakt bij mij.
leesproces (3)
Dit bericht is geplaatst in lezen, muziek, schrijven met de tags arundhati roy. Bookmark de permalink.