leesproces (2)

In de nieuwsbrief van juni schreef ik erover wat je eraan kunt hebben om een boek met een huis te vergelijken, of met architectuur. Ik vond het zelf bijzonder om te merken dat ik zonder probleem van de boeken die ik lees een gebouw kan maken.
Nu zit ik nog steeds met kop en oren in The Ministry of Utmost Happiness (blz 191). Het verhaal zit vol gebouwen en gebouwtjes, van eeuwenoude moskeeën tot golfplaathutjes op een begraafplaats, van diplomatenvilla's tot half-affe appartementen. Ik ben steeds geneigd om er afbeeldingen van op te zoeken, al is de tekst beeldend, lawaaierig en geurig (stinkend) genoeg. Er lopen zoveel mensen door het beeld dat ik haast niet kan onthouden wie wie is, en wat zijn of haar rol is in het verhaal.
De architect is af en toe maar nauwelijks verhuld in beeld. Waarschijnlijk kan zij alleen zó zo dichtbij komen, en tegelijk heb ik soms het gevoel dat ze mij in de weg staat bij het vormen van mijn eigen oordeel.
Hoe kan ik weten of het allemaal waar is? Ik weet niks. Indiase mensen ken ik alleen uit andere landen: Oman, Schotland, en zelfs Groningen. Ik houd van Indiaas eten en van fijne Indiase films zoals The Lunchbox, The Best Exotic Marigold Hotel of, favoriet van kindeke vroeger: Bend It Like Beckham.
Dus voorlopig dwaal ik rond door een sloppenwijk en zie ik geen hand voor ogen.

Dit bericht is geplaatst in lezen met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *