Gauw stak ik weer de weg over. Roosma was in diepe slaap, ik kon ongemerkt een flesje Bridawertflu uit de draagzak pakken.
Ik legde aan wasmeisje uit dat ze elke ochtend een drup moest nemen, zolang ze onderweg was. Dankbaar keek ze me aan. Haar kleren waren schoon.
Op de rand van de wasbakken aan de overkant landde geruisloos een enorme grootuil. Zijn gele ogen boorden zich in de mijne. Wasmeisje schrok ervan, kennelijk had ze er nog nooit eentje gezien. "Wees maar voorzichtig," zei ik zacht. "Ze kunnen je redden maar ze kunnen je ook vermoorden." Wat er met Otta was gebeurd zou ik nooit vergeten. "En ze zijn vaak in dienst van iemand," voegde ik eraan toe.
Met onze bundeltjes wasgoed liepen we langzaam terug naar de herberg.
"Ik zie je morgenochtend," zei ik. "Geef me dan die tuniek maar terug."
Ik vond hem de volgende ochtend, netjes opgevouwen, voor de deur van onze kamer. Ik wist niet eens hoe wasmeisje heette, of waar ze vandaan kwam. Alleen haar schild herinnerde ik me vaag, het had geschitterd in het licht van de olielampen, misschien van stukjes glas? Zou ze uit Barrador komen, helemaal in het westen van Registana? Dat ze daar misschien ook in glaswerk uit Mingia handelden? Maar ik had geen tijd om er verder over na te denken, Roosma had me eropuit gestuurd om waswater te halen en daarna voor het ontbijt te zorgen.
Naast haar smetteloze verschijning voelde ik me nu helemaal armoedig en vuil. Het viel haar ook op, we stopten bij een kraam met kleding in allerlei kleuren. Ik was intussen wel gaan houden van paars, en voor zover ik wist was dat geen kleur van betekenis, zoals wit, zwart, rood en blauw dat waren. Achter een gordijn kleedde ik me om en propte de vuile plunje in de draagzak.
Daar liepen we dan weer, in de schaduw, over de kaarsrechte, gegroefde weg. Af en toe ratelde ons een kar voorbij maar Roosma wilde niet meerijden, ze wilde alles zelf lopen.
"Waar denk je dat we uitkomen?" vroeg ik.
Ha, daar is weer een uil. Ik heb er vannacht nog aan gedacht. Niet dat ik wakker van je lig, maar soms heb je zo'n mijmeruurtje.
ja, ik heb dat soms ook, zo vlak voor ik in slaap val