Bo begon te trappelen en op mijn hoofd te slaan met zijn zachte handjes. Lizma lachte en tilde hem uit de draagzak.
"Kun je al een beetje lopen, ventje?"
Ze zette hem op het grindpad, hield hem vast aan zijn handjes, en warempel! Een stapje!
We riepen allebei aanmoedigingen uit en trots deed hij nog een stapje.
Zo kwamen we vrolijk thuis. We aten wat, legden Bo op de slaapbank, en toen aan het werk. Lizma ging verder met wol spinnen en ik waagde mij aan een eerste borduursel op een kinderpakje, langs de mouwen en onderlangs de broekspijpjes. De wol had prachtige kleuren: paars en geel en rood, het maakte me blij. Ik kon zelfs denken: zo zou Ghemma me moeten zien.
Het was een prettige, veilige, huiselijke dag. Als je zo het leven mocht doorbrengen, was dat genoeg. Als ik met Liduva had mogen trouwen, had ik ook zo'n leven kunnen hebben.
Maar in de nacht kwamen de dromen terug. Ik stond tussen de Hemrenvas en smeet met stenen vissen en stenen baby's naar de mannen daar beneden, ik hoorde hun lichamen breken en rook weer die verschrikkelijke geur, ik schreeuwde het uit en schreeuwde mezelf wakker. Bo sliep gelukkig gewoon door, en ook Lizma verroerde zich niet. Zachtjes trok ik mijn laarsjes aan, hulde me in een extra wollen doek, en opende voorzichtig de deur.
De nacht was helder, er was alleen wat grondnevel waar de ruggen van de schapen als kleine eilandjes op dreven. In de verte zag ik het blauwe beeld, ik kon de vorm nu onderscheiden, een grote man die in kleermakerszit op een verhoging zat. Hij deed me denken aan de dogman.
Er liep niet echt een pad naartoe. Mijn voeten zochten hun weg over de verende heidestruikjes, Kuuksi huppelde voor me uit alsof ze ook een schaapje was, grijsblauw in de stille nacht.
De verhoging waarop de Goede Vader zat, bleek een bordes met treden. Het kostte me moeite ze te beklimmen, zo door en door moe was ik, zo versteend voelde ik me. Maar ik klom door, van het bordes af klom ik op de grote blauwe schoot van het beeld. Langs zijn been legde ik me neer, mijn hoofd op zijn knie. Het was alsof een grote hand op mijn schouder gelegd werd. Ik voelde me leeg en beschermd. Dit was overgave. Zoals een kind zich vol vertrouwen aan je overgeeft, zich laat dragen en zijn hoofdje tegen je schouder laat rusten.
Ik heb associatie met een piëta.
ja, dat klopt wel, ik heb er ooit een grote collage van gemaakt waar ook piëta's in zijn verwerkt (als het goed is komt dit later in het verhaal nog een keer terug)
de collage staat hier: https://drive.google.com/file/d/1oNLnar7ngfYzUpv_ZwFZ8x5L06i6bkFj/view?usp=sharing
Wat prachtig, zeg. Bij het zien van de collage lijkt het verhaal wel een beetje lichter te worden.
ik help het je hopen ...
Klinkt niet hoopvol.