(Motto aus Mir zur Feier, 1900, dem ersten Gedichtband von Rainer Maria Rilke geschrieben am 3. November 1897 im Alter von 21 Jahren in Berlin-Wilmersdorf)
Motto
Dat is heimwee: in het wiegen wonen
en geen thuis te hebben in de tijd.
En dat zijn wensen: zacht gesproken tonen
tussen dagelijkse uren en eeuwigheid.
En dat is leven. Tot vanuit de tussen-
tijd het eenzaamste aller uren stijgt,
dat, anders glimlachend dan de andere zussen,
het eeuwige tegemoet zwijgt.
(vert. Hella Kuipers)
Suggesties voor verbetering zijn welkom! Zo twijfelde ik er oa over of het "het eeuwige" of "de Eeuwige" moet zijn.