Nu ik tijdelijk weer een driedubbele dosis PreTnison slik, weet ik weer hoe het is om ADHD-er te zijn. Dat vermoed ik tenminste. Onderweg naar de badkamer, schone onderbroek en sokken in de hand, bedenk ik dat ik de internist nog moet bellen omdat het recept niet klopte. Onderweg naar de telefoon bedenk ik dat ik mijn mobiel op stil moet zetten omdat er straks een schrijfcoachklant belt. Op de mobiel zie ik op Facebook dat een oude schoolvriend jarig is en feliciteer hem. Onderbroek en sokken liggen nu op de eettafel. Ik bel de internist, bedenk dat ik me voor het telefoongesprek wilde doesen, en haal een schone onderbroek en sokken uit de slaapkamer.
Affijn.
Nu zit ik achter de computer te wachten tot de telefoon gaat, en bedenk dat ik nog een blogje moet schrijven. Over concentratie. Want het schiet me opeens te binnen hoe vreselijk moeilijk ik dat inwerken van boeken vond, bij de PBC.
Je kreeg een stapel identieke boeken, die door de diverse filialen waren besteld. In ieder boek kwam een stempel met de plaatsnaam. Dat stempel moest ook op het kaartje voorin. Op dat kaartje stond een nummertje. Dat moest overeenkomen met het nummertje op de bestellijst. Dat nummertje moest nu ook voorin het boek geschreven. Oja, en op de achterste bladzij moest het PBC-stempel. Ongetwijfeld heb ik nog zeven handelingen vergeten.
We zaten er met drie werkloze schoolverlaters om een tafel. Een jongen met sluk lang haar, die na een knipbeurt opeens een stuk aantrekkelijker werd. En een broodmager meisje dat altijd in reusachtige wollen truien gehuld was. Er was een mevrouw die achter ons aanjoeg, omdat er een deftige mevrouw met een dubbele naam was die op háár lette.
Mee op buitendienst was meer iets voor mij. Behalve toen ze me vroegen om even koffie te zetten. Dat had ik van mijn leven nog nooit gedaan.
concentratie
Dit bericht is geplaatst in lees- en biepherinneringen. Bookmark de permalink.