Deze Snikken en Grimlachjes kwamen op 26 Maart 1906 in het bezit van L.B. de Bruyn-Ouboter, uit de winkel van W.J. van Hoogstraten, boek- en papierhandel, Noordeinde 98, Piet Heinstraat 59.
En vermoedelijk ergens in de jaren tachtig gewerden zij mij, altijd dol geweest op de satirisch-treurige verzen van Paaltjens.
Waarom het boekske tussen de schrijfboeken staat en niet op de poëzieplank? Geen idee. Ik zal het verplaatsen. Wat zou het toch fijn zijn als boeken er nog steeds zo uitzagen.
fraaie snikken
Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie, gedichten met de tags marie kondo. Bookmark de permalink.