Er is denk ik niets ter wereld zo onbegrijpelijk mooi als de Vlaamse Primitieven. Hoe iemand zo gedetailleerd prachtig kan schilderen is mij een raadsel. Al heb ik alles wel geleerd over tempera en pigmenten enzo: ik geloof niet dat iemand dat nu nog kan.
Of wil. Nu ja, misschien een paar van die hyper-realisten, maar die schilderen dan conservenblikjes of aardappelschillen en dat mist dan toch een dimensie. Want ook de raadselachtig-vrome symboliek zingt mee in het geheel. Dat Lam Gods, al die geleerdheid die daarachter schuilgaat.
Maar ook het echte van de emoties, ook dat past in de gotiek en daarom vind ik de beeldhouw- en schilderkunst uit die periode wél verschrikkelijk mooi, omdat het zó ingeleefd, zo doorleefd is. De kunstenaar van 600 jaar geleden vertelt mij een verhaal dat ik kan meevoelen. Dat bedoelde hij toen al zo voor zijn tijdgenoten, en het werkt na zes eeuwen nog steeds.
Dertig jaar geleden kon (kende?) ik ze allemaal uitelkaar, aan de uitdrukking van de gezichtjes. Dat is nu niet meer zo. Maar de liefde blijft.
raadselachtig prachtig
Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie, kunst met de tags marie kondo. Bookmark de permalink.