Zoals Gombrich worden ze niet meer gemaakt. Zo bevlogen en enthousiasmerend schrijven over kunst, zonder ooit af te dalen naar Jip en Jannekeniveau. Waarom moet tegenwoordig alles afdalen naar het laagste niveau (ik denk vooral aan Maestro maar ook aan Jeroen Krabbé die ongehinderd door kunsthistorische kennis enthousiast mag doen over Van Gogh) in plaats van mensen te willen optrekken naar het hoogste?
Voor kunstgeschiedenis moesten we ook een ander boek van Gombrich lezen, ik heb het helaas niet zelf, maar het was letterlijk een eye-opener: Art and Illusion. Over de psychologie van het kijken, een onvergetelijk avontuur.
Vaak zeggen mensen op de radio die één woord vakjargon bezigen al 'met een duur woord heet dat …' terwijl ik denk: leve de dure woorden, leve de vakkennis, waarom zijn intelligentie en eruditie tegenwoordig zo verdacht? Is dat eigenlijk niet levensgevaarlijk?
dure woorden
Dit bericht is geplaatst in autobiobibliografie, kunst, tijdgeest met de tags marie kondo. Bookmark de permalink.