hij noemt zich spiritueel
hij kent slechts grotere woorden
als dageraad, kosmisch en leven
en dood en het einde der tijden
hij noemt zich koning der koningen
hij noemt zich priester der priesters
hij noemt zichzelf – verstandverbijsterd -
onoverwinnelijke Jedi, yeah!
te klein voor de troon van de Hoogste
noemt hij zichzelf Godsgeschenk,
want wie anders weet hoe hij heet
en wie anders zal in hem geloven
simpele ziel die koud, hard en hoog
leugens van een toren blaast,
hoog en doorzichtig als de namen
waarmee hij zich wanhopig tooit
ooit wordt het bouwsel geslecht
en rest hem in kleinere woorden
de dichteres een naam af te smeken:
voor wie ik liefheb wil ik heten