Na een week Jordanië namen we de veerboot van Aqaba naar Nuweiba. De boottocht zelf was al een hele belevenis, al vond ik het jammer dat we niet aan dek konden zoals bij de North Sea Ferries, want wat was het mooi, die knalblauwe Rode Zee met bergen aan alle kanten, van die kale rotsbergen die me sinds Oman zo na aan het hart liggen. Oergrond van de aarde. Het was vrijdag, gebedsdag, en de gids had ons al gewaarschuwd dat het op de wc een waterballet zou zijn. Er waren in de vloerbedekking bij de toiletten kleedjes afgedrukt waarop men kon knielen, na de abluties die voor een westerling met hoge nood wel heel lang duurden, en bovendien noopten tot het optrekken der broekspijpen. Een van de groepsleden had een mooie spreuk van haar moeder die ze in ere hield: nicht ärgern, nur wundern.
Het duurde lang voor we van boord konden. Er werd alleen in het Arabisch omgeroepen, maar gelukkig zat achter ons een gezellig gezin van Egyptenaren uit Duitsland, die vertaalden dat ze nog steeds wachtten op een chauffeur op het autodek.
Wij waren een losgelaten groepje van zes argeloze toeristen toen we op Egyptische bodem stapten. Na midden-oosters hoffelijk Jordanië (de eigenaar van het bedoeïnenkamp was volgens mij stiekem een prins), waren we nu in een ander werelddeel beland. Het is grappig hoe dat werkt in je geest, je zoekt naar beelden om mee te vergelijken wat je ziet, en het waren weer de oude prenten van ontdekkingsreizigers. Ondanks vrachtauto’s hier en daar, en mensen met een mobieltje aan hun oor, wemelde het er van beelden uit het oude Afrika. Menigten mannen met grote witte tulbanden en lange, wijde, donkerbruine jurken, vrouwen met zwart omhuld maar ook in felgekleurde Vlisco, en pakken waarin makkelijk een compleet huis met inboedel zou passen. Alles loopt en schreeuwt en wriemelt en zit door elkaar, er is het gevoel van een havenstad van eeuwen her. Wel staat er gelukkig een man met een bordje dat voor ons bestemd is. Hij praat ons langs diverse hekken en politieposten, tot het tijd is om een visum te kopen. 15 dollar alstublieft, of 12 euro. Wat nou Egyptische ponden? Bij de bank haal je een visumpapier (met mooi hologram, dat zouden we nog vaak tegenkomen op entreekaartjes van bezienswaardigheden), en dan moeten er bij het echte visumkantoor nog dikke stempels overheen (zonde). We zijn er, er verschijnt een bus, een chauffeur, een gids, en we worden vervoerd naar Dahab, voor een paar dagen bruin leven.
Dahab stond niet op het lijstje, het leek me in het programma wat veel tijd innemen, een verlopen hippiebadplaats, wat moet een cultureel typje daar?
Ik moest daar snorkelen. En die ervaring kwam meteen op nummer 2 van deze vakantie (na Petra). We kochten waterschoentjes, huurden snorkels, liepen de blauwe Rode Zee in, en legden onze snorkelsnuitjes in het water. De bovenste 30 cm van het water waren bijna ondraaglijk heet, maar daaronder begon de grote blauwe koelte. Finding Nemo is mijn favoriete film om de heldenreis uit te leggen, en ik heb hem al vaak gezien, genietend van verhaal en mooie kleuren, maar nooit gedacht dat zijn koraalrif met die blauwe drop-off op werkelijkheid gebaseerd is. Wel dus.
Het is niet te beschrijven zo prachtig, het hemelsblauw van de zee dat van vloeibaar glas lijkt, en dat direct achter het diep aflopende koraalrif begint. Wolkvisjes steken er zilver tegen af, terwijl ze blauw zijn als ze rechts van je zwemmen (we zwommen naar het zuiden). Het koraal lijkt een bloementuin - weer die geest die bijpassende plaatjes levert: lijkt het hierop? hierop? nee daarop! - een tuin met pollen roze heide, blauwe vergeetmijnietjes, gele boterbloempjes, grote ronde paddestoelen en gehaakte ronde kussens om op te zitten. Daartussen vlinderen de visjes, in alle kleuren, met de mooiste dessins, alleen maar uit plezier geschapen lijkt het, zoals schilderen met vrolijke kleuren en maar kijken wat het wordt. Van een vis had ik graag een foto gemaakt: hij leek gemaakt van changeant zijde, glanzend van paars naar turquoise en weer terug. De kleuren van mijn website, van mijn huisstijl. Een vis staat volgens mijn droomboek voor spiritualiteit, en de kleuren voor wijsheid en genezing. Harmke en ik peddelden er samen rond, en af en toe moesten we even zeggen: Zag je dat! Kom hier eens kijken! En zij kent me zo goed, ze zei: heb je de Heldenreisvis gezien?
Snorkelen in de Rode Zee. Van nul met stip op twee. De ultieme mindfulness. In-het-nu-zijn ten top. Ik probeer dat vast te houden.
(En die vis, heeft iemand een idee? Ik heb hem nog niet kunnen vinden. Het googlet zo lastig op Heldenreisvis.)
tot ik ging googelen op "fish, purple, turquoise" en de vlamingii tang tegenkwam die er ongeveer uitziet als mijn heldenreisvis http://heldenreis.blogspot.com/2010/08/vakantie-3a.html