vakantie (2)


Lijstje

Ik had deze reis geboekt omdat er drie dingen van m’n lijstje op stonden: Petra, het Sinaïklooster, en de piramiden. Over het klooster heb ik ooit een mooie collegeserie gevolgd bij professor van Moorsel, die daar zelf onderzoek had gedaan, in de tijd dat de muur nog dichtgemetseld was, en bezoekers met een mand omhooggehesen werden. De bijbehorende boeken staan hier nog in de kast, en ik herinner me mijn gevoel van ademloze aandacht die bijna jaloezie was: was ik daar maar geweest, had ik dat maar mogen onderzoeken! Voor mijn geestesoog verschenen andere plaatjes dan die uit de boeken, of de dia’s die op college vertoond werden. Ik zag het witte woestijnlicht, schimmen van monniken die over het middenterrein liepen, de donkere kerk die van schatten flonkerde. Ik was daar als een geest, niet als een mens die er met een of ander vervoermiddel gekomen was.

Het bezoek zou voorafgegaan worden door beklimming van de Mozesberg (die van de stenen tafelen) en het aanschouwen van de zonsopgang daar. Om daarvoor op tijd de top te bereiken, moesten we om half 2 ’s nachts vertrekken, zo bleek (en dat was als je een kameel huurde). Ik heb ervan afgezien, en alles door mijn dochter laten vastleggen. Ook zij had er bepaalde verwachtingen van. Hoewel net als ik niet religieus opgevoed, had ze wel gevoel voor het belang van deze berg waar zoveel begonnen was. Ze hoopte op een bepaalde ervaring van alleenzijn met het hogere. Of zoiets. Maar niet op een berg die door horden bevolkt werd, allemaal uit op verheffing. Het was razend druk op de berg, en alleen bij de afdaling was ze nog een kort moment alleen geweest met het maanlicht.

Ik ging met de rest van het gezelschap de volgende ochtend naar het klooster. Het ligt daar als een ommuurde oase tussen berghellingen. De weg erheen wordt bevolkt door verkopers van ansichtkaarten en hoeden en heel veel toeristen. Bovenaan de hoge muur zijn nog de portaaltjes waar men te mand zijn intrede deed. De poort is nu open, we betalen entree en kunnen naar binnen. Ik had me voorgenomen om me los te maken van de groep, om zelf over het terrein te dwalen en alleen maar te weten: nu ben ik er. Nu ben ik er werkelijk.

Maar de visite is streng gereguleerd. Eerst werp je een blik op het Brandend Braambos, een felgroene struik die in niets lijkt op de braamstruiken hier thuis aan de sloot. Knip! zegt camera gehoorzaam. Dan mag je hier de kerk in – een hangend woud van lampjes, een rijke iconostase, blanke zuilen, en verboden te fotograferen. Tussen de horden kijk je gehoorzaam. Dan mag je daar de kerk weer uit (eenrichtingsverkeer), en breng je tenslotte een bezoek (opnieuw entree betalen) aan het museumpje waar de wereldberoemde iconen van Christus en Petrus bewaard worden, plus de Sinaï-codex. En ja, prachtig. Indrukwekkend. Oudste bijbel, levendste icoon. Gezien. Check, check. En klaar. Naar buiten, het witte licht weer in, nog wat vergeefse foto’s om te bewijzen dat je er geweest bent.

Sommige dingen kunnen beter op het lijstje blijven staan.

Dit bericht is geplaatst in Niet gecategoriseerd met de tags , , . Bookmark de permalink.

2 Reacties op vakantie (2)

  1. Sagita schreef:

    Ha ha.. Ik moet toch lachen over hoe je dat beschrijft: 's nachts op een kameel een berg op en dan in een horde mensen terecht komen.
    Het duurt bij mij ook altijd even voor ik kan accepteren dat ik zelf één van die toeristen ben.
    Wat ik wel leuk vind, is om met Google Earth thuis alleen een beetje op zo'n locatie rond te surfen. Fijn dat je weer terug bent!

  2. Anonymous schreef:

    Héérlijk om je verhalen te lezen Hella!
    Sommige dingen zijn idd in je voorstelling anders dan het in werkelijkheid blijkt te zijn, maar je bent er toch écht maar wel mooi geweest!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *