Ik heb het altijd veel te druk in een museum, daarom is het zo heerlijk dat ik nu op fietsafstand woon van het Groninger Museum, zodat ik vaker een uurtje kan gaan.
Want niet alleen heb ik het druk met het bekijken van de tentoonstelling (Nordic Art in dit geval), tegelijk kicken er diverse medekijkers in. Eentje wil weten waaróm ik mooi vind wat ik mooi vind. Is er een gemeenschappelijke noemer (of meerdere), en kunnen wij dat ook Duiden, meneer Freud?
De Fanatieke Fotosjopper kijkt mee en maakt foto's van schilderijen die zich lenen voor knutselvariaties. De cursusleidster kijkt mee en ontwaart opeens de schitterendste illustraties voor Heldinne's Reis, ze maakt foto's en ze fotografeert ook de naambordjes, om te kunnen googelen naar betere afbeeldingen.
En dan is er nog de schrijver die geniet van de andere toeschouwers. Het boeiendst zijn mensen die overduidelijk niet in de eerste plaats zijn gekomen om zich een schoonheidsbad te geven. Nee, zij zijn gekomen om anderen te doen baden in hun culturele ontwikkeldheid. Altijd met het volume opgedraaid zodat de hele zaal hen kan verstaan. Hoe interessant ze zijn, hoe goed ze kijken, en hoe fantastisch ze hebben opgelet bij de hovo. De allerspannendste onder hen is degene die zelf weleens palet en penseel ter hand neemt. Herinner hem eraan dat hij ook weer eens een stilleven onder handen moet nemen, schat! Wij zijn allen zijn schat, zijn bewonderend gehoor.
En wat ik het mooist vond? Dat zie ik thuis pas, aan de hand van – wegens gebrek aan flits – vaak onscherpe foto's. De lens werpt de schoonheid op mijn ziel, en thuis doe ik dat deurtje eindelijk open. Spannend!
ja hoor, en van deze heb ik dus het bordje níet gefotografeerd
En dan is er nog de schrijver die...wat dan volgt heb ik grijnzend gelezen. Heerlijk. Inderdaad wat kun je druk zijn in een museum. Leve de jaarkaart!