Er was altijd een huis op de wereld waar deze beker mijn beker was, met mijn lepeltje erin. Dat lepeltje heb ik al zolang ik me heugen kan, geen idee meer van wie ik het kreeg. De beker kocht mijn moeder toen wij naar 't buitenland gingen, zodat we ieder onze eigen beker hadden als we op verlof kwamen.
En nu staat hij hier, ik heb hem in de afwasmachine gehad want de afwaskunsten in het verzorgingshuis liggen ook al niet op hoog niveau (de stoflagen waren, ondanks het ingekochte extra halve uur schoonmaak, schrikbarend), en nu heb ik er mijn eerste koffie in gedaan.
Toen ik nog rookte, zat ik in de zomer met koffie en sjekje in de tuin, en 's winters op het strafbankje – een klein houten krukje – in de keuken. Er is zelfs een foto dat ik wegens regen naar het schuurtje uitgeweken was.
Nu moet ik meer dan ooit mijzelf een thuis bieden, en de herinneringen het onderdak geven dat ze verdienen.
ja.
goed.
Ja je leven zit in van die kleine dingen: een kleinood!
Ik schoot vol bij de laatste zin.
herkenbaar, ook de jonge dame in het schuurtje...